H5 Rekenen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 4

Oefenen 

Hoofdstuk 5, rekenen

0,6 uur = ... minuten

1

17 280 seconden = ... uur

2

De damesestafette ploeg heeft op het WK zwemmen goud veroverd op de 4 x 100m vrije slag in een tijd van 3:41,72.
Wat was hun tijd in seconden?

3

1. 3,41 seconden
2. 204,72 seconden
3. 221,72 seconden
4. 264,2 seconden

De damesestafette ploeg heeft op het WK zwemmen
goud veroverd op de 4 x 100m vrije slag.
Na 110 seconden was de wissel van de derde zwemster.
Wat was de gemiddelde snelheid op de eerste helft in m/s?

4

1. 0,55 m/s
2. 1,8 m/s
3. 1,98 m/s
4. 3,2 m/s

72 km/uur = ... m/s

5

Wat is de wetenschappelijke notatie van:
12 500 000

18

1. 1,25 x 10^7
2. 12,5 miljoen
3. 12,5 x 10^6
4. 125 x 10^5

Wat is het gewone getal van 7,5 x 10^9?

19

1. 7,5 miljoen
2. 7 500 000 000
3. 75 000 000 000
4. 7,5 miljard

Schrijf 43 miljard 678 miljoen 450 duizend en één als gewoon getal.
(schrijf alle cijfers gewoon aan elkaar)

20

Wat is de wetenschappelijke notatie van:
0,000 009

21

1. 0,9 x 10^-9
2. 9 x 10^-9
3. 0,9 x 10^-6
4. 9 x 10^-6

5.3

Wetenschappelijke notatie

Wetenschappelijke notatie is een heel groot of heel klein getal opgeschreven als macht van tien.

Hierbij ligt het eerste getal altijd tussen 1 en 10.

Dus 4 532 000 wordt 4,532 x 10^6

want 10^6 = 1 000 000 (een 1 met zes nullen)

of 0,005 87 wordt 5,87 x 10^-3

^{want 10^-3 = 0,1 x 0,1 x 0,1 = 0,000 1 (drie nullen voor de één)}