Positieve eigenschappen:
• Iets wat je écht bent: "ik ben een doorzetter".
• Je bent ermee geboren "ik ben zorgzaam".
Let op! Vaardigheden zijn net iets anders, daar zit een kwaliteit achter:
• Iets wat je aangeleerd hebt: "ik kan goed basketballen"
> kwaliteit: "ik ben sportief".
• Je kunt het oefenen: "ik kan goed koken"
> kwaliteit: "ik ben creatief".