LOB Debatteren

Agro 
Debatteren 


1 / 32
next
Slide 1: Slide
LOBMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Agro 
Debatteren 


Slide 1 - Slide

Lesplanning
1. Lesdoelen bespreken
2. Theorie debatteren
3. Actuele onderwerpen in de agrarische sector
4. Debatteren
5. Terugkoppelen lesdoelen
6. Afsluiting

Slide 2 - Slide

Lesdoelen: Debatteren.

  • Je weet wat een debat is
  • Je weet wat het verschil is tussen een discussie en een debat

  • Je kunt actuele onderwerpen en uitdagingen binnen de agrarische sector benoemen en beschrijven.

Slide 3 - Slide

Een debat is een discussievorm waarbij een stelling wordt verdedigd of juist bestreden.

Slide 4 - Slide


  • Woorden zo goed mogelijk inzetten


  • Je houd je aan de regels en laat de ander uitpraten


  • Het publiek is stil


Een debat is géén voetbalwedstrijd!

Slide 5 - Slide

Argument (reden)

Een argument is een uitleg waarmee je een standpunt verdedigt.

Signaalwoorden: want, namelijk, omdat, immers


Bijvoorbeeld:
Ik vind het goed dat kinderen kleedgeld krijgen (standpunt), want dan leren ze met geld omgaan (argument).

Slide 6 - Slide

Feit

  • Uitspraak over iets wat waar is of niet waar
  • Een feit kun je controleren


Bijvoorbeeld:
De bevolking van Nederland bestaat uit 17,8 miljoen mensen (2023).

Slide 7 - Slide

Mening (standpunt)

  • Wat iemand ergens van vindt
  • Het is niet controleerbaar
  • Je kunt het ermee eens of oneens zijn

Signaalwoorden: ik vind, volgens mij, naar mijn mening

Bijvoorbeeld:
Ik vind het goed dat kinderen kleedgeld krijgen.

Slide 8 - Slide

Stelling

Een standpunt dat je inneemt over een bepaald onderwerp

Vormt het onderwerp van het debat

  • Een stelling bestaat uit één zin en is kort en krachtig....

  • Een stelling is nooit een vraag...

  • Een stelling bevat geen argumenten...

  • De stelling moet gaan over iets waar zowel voor- als tegenstanders argumenten voor kunnen bedenken....

  • Een stelling bevat geen ontkenningen...

Slide 9 - Slide

Emmen is een mooie stad, omdat er grote huizen staan.

- Emmen is een mooie stad is een feit / mening / argument?

A
feit
B
mening
C
argument

Slide 10 - Quiz

Welk soort argument vind jij het meest betrouwbaar?
Feiten
Voorbeelden
Voor- en nadelen
Vergelijkingen
Een (betrouwbare) bron
Gevolgen noemen

Slide 11 - Poll

Slide 12 - Video

De meeste mensen denken bij debat aan de Tweede Kamer.

Hier debatteren volksvertegenwoordigers over welke nieuwe regels er in het land moeten worden ingevoerd. Daarbij willen ze aan de mensen die op hen hebben gestemd laten zien dat ze hun beloftes waarmaken.

Waar wordt gedebatteerd?

Afbeelding: Publiek domein

Slide 13 - Slide

Je weet nu...

... wat een feit is
... wat een mening (standpunt) is
.... wat een argument is
... wat een stelling is 
... waar een goed argument aan moet voldoen


Slide 14 - Slide

Actuele onderwerpen in de sector

Slide 15 - Slide

Wat zijn actuele onderwerpen in de sector?

Slide 16 - Open question

Wat speelt er in de huidige sector
De aardappelteelt moet verplicht verruimd worden van 1 op 2 teelt, naar een 1 op 3 teelt. 

Het verbouwen van eiwitrijke gewassen zou verplicht moeten worden in elk bouwplan

De stikstofuitstoot in de agrarische sector moet verlaagd worden om klimaatverandering tegen te gaan










Slide 17 - Slide

Debat onderwerp
Stelling: De aardappelteelt moet verplicht verruimd worden van 1 op 2 teelt, naar 1 op 3 teelt. 

Slide 18 - Slide

Taken in de groep?



Voorzitter, spreker, tijdwaarnemer, notulist, onderzoeker


Slide 19 - Slide

Vorm even 2 groepen van elk 6 tafels 

Slide 20 - Slide

Aan de slag
- Wat gaan we doen: een debat voorbereiden, 1 groep is voor 1 groep is tegen
- Groepsindeling en taken in de groep
- Hoe gaan we het doen: in twee groepen op een papier, mindmap maken 
- Hulp: overleg in je groep, daarna de docent, denk aan de taakverdeling
- Tijd: 15 minuten 
- Uitkomst: een voorbereid debat op papier met minimaal 8 punten 
- Klaar: neem plaats op je plek

timer
15:00

Slide 21 - Slide

Het debat
  • Ronde 1: Elke groep krijgt 3 minuten per groep om de argumenten uit te leggen.  Betoog goed voorbereiden, bedenk wie het betoog gaat houden 
      Maak hierbij aantekeningen.
  • Ronde 2: Elke groep krijgt 3  minuten om op elkaar te reageren, om en om. Probeer je eigen argumenten te versterken. Iedereen mag meedoen maar wacht tot je aan de beurt bent.




timer
3:00

Slide 22 - Slide

Afronding debat
  • Je krijgt 2 minuten om met je groep te overleggen en de conclusie voor te bereiden. De conclusie is een samenvatting van de stelling met meningsverschillen, geef aan waarom jullie het meest gelijk hebben. 
  • Laat je conclusie horen
timer
2:00

Slide 23 - Slide

Waar kies je voor?

Slide 24 - Slide

Terugkoppelen lesdoelen
1. Je weet wat een debat is
2. Je weet wat het verschil is tussen een discussie en een debat
3. Je kunt actuele onderwerpen en uitdagingen binnen de agrarische sector benoemen en beschrijven.

Slide 25 - Slide

Afsluiting
Wat neem je mee naar huis om over te discussiëren?

Wat heb je er van geleerd?

Slide 26 - Slide

Zou je vaker willen debatteren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Als boeren alles zo groot mogelijk willen om zoveel mogelijk te verdienen.....
A
schaalvergroting
B
intensief
C
mechanisatie
D
commercieel

Slide 28 - Quiz

In wat voor landen is de landbouw het meest intensief?
A
rijke landen
B
arme landen

Slide 29 - Quiz

Waardoor kunnen boeren in rijke landen veel meer land of dieren hebben?
A
kunstmest
B
mechanisatie
C
schaalvergroting
D
intensief

Slide 30 - Quiz

Waarom is intensieve landbouw niet zo duurzaam?
1. Het telen in kassen
- Vaak wordt er maar één soort product geteeld (= monocultuur)
- Gebruik van chemische stoffen bij ziektes + kunstmest (= vervuiling)
- Een kas kost veel energie  --> verwarming (aardgas), water en elektriciteit (voor verlichting)

Slide 31 - Slide

Waarom is intensieve landbouw niet zo duurzaam?
2. Soja
In veel veevoer en voedsel wordt soja verwerkt. Dit komt uit Zuid-Amerika. Voor de productie van soja wordt tropisch regenwoud gekapt (= ontstaan monocultuur + minder biodiversiteit).

Slide 32 - Slide