Lesweek 5 Schrijven in de praktijk 2.1 Informatieve teksten + Taalverzorging Tegenwoordige tijd

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Herhalen werkwoordspelling:
Tegenwoordige tijd (3 zinnen) + samenvatting van de theorie



Nieuwe theorie:
Schrijven in de praktijk  2.1 Informatieve teksten






Slide 3 - Slide

Wat weet je nog?
Werkwoordspelling: tegenwoordige tijd

Welke regels ken je?
Wat zijn de uitzonderingen?

Slide 4 - Slide

TEGENWOORDIGE TIJD
Kies de juiste persoonsvorm
De bus ----- om acht uur weg.
A
rijd
B
rijdt

Slide 5 - Quiz

TEGENWOORDIGE TIJD
Kies de juiste persoonsvorm
De leraar ----- dat geen goed voorbeeld.
A
vind
B
vindt

Slide 6 - Quiz

TEGENWOORDIGE TIJD
Kies de juiste persoonsvorm
De bus ----- om tien uur in Goes.
A
arriveert
B
arriveerd

Slide 7 - Quiz

TEGENWOORDIGE TIJD
Kies de juiste persoonsvorm
Marieke --- zich in haar kamer.
A
verkleed
B
verkleedt

Slide 8 - Quiz

TEGENWOORDIGE TIJD
Kies de juiste persoonsvorm
Julia ----- snel vanwege haar lichte huid.
A
verbrand
B
verbrandt

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Welke titel geeft het beste informatie over wat je als lezer kunt verwachten wat de inhoud van de tekst betreft?
A
Het geheim van een goede website
B
Hoe bouw je een website?
C
In 5 simpele stappen een perfecte website bouwen.

Slide 17 - Quiz

Welke titel is het meest zakelijk?
A
Het geheim van een goede website
B
Hoe bouw je een website?
C
In 5 simpele stappen een perfecte website bouwen.

Slide 18 - Quiz

TAALVERZORGING 2.1: Maken opdracht 5 (80%)
SCHRIJVEN 2.1 : Maken opdracht 4 = SCHRIJFPLAN inleveren

Aan de slag!

Slide 19 - Slide