What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
wk. 5 Grammatica Zinsdelen
Welkom
Nederlands
Je legt klaar:
leesboek
1 / 43
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
43 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom
Nederlands
Je legt klaar:
leesboek
Slide 1 - Slide
Tekst
timer
10:00
Slide 2 - Slide
planning
1.Instructie
TH: Grammatica ZD par.2 en par.4 (samengestelde zinnen)
HA: Grammatica ZD par. 3 en 5 (naamwoordelijk gezegde)
A: Grammatica ZD par. 3 en 5 (voorzetselvoorwerp)
2. Aan het werk
Slide 3 - Slide
Cursus 5 Grammatica
Werkwoordelijk gezegde en samengestelde zinnen
HA/A: Naamwoordelijk gezegde
Slide 4 - Slide
Leerdoelen
Je kan de persoonsvorm in samengestelde zinnen vinden en het werkwoordelijk gezegde benoemen.
HA/A: Je weet het verschil tussen een werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde.
HA/A: Je kan het naamwoordelijk gezegde in een zin vinden.
Slide 5 - Slide
Persoonsvorm
Op welke drie manieren kan ik de persoonsvorm vinden?
vraagzin maken
tijdsproef
enkelvoud/meervoud
Slide 6 - Slide
HWW - ZWW
Als er meerdere werkwoorden in een zin staan, dan heb ik altijd te maken met hww'en (hulpwerkwoorden). Waar of niet waar?
Bij meerdere werkwoorden in de zin is er 1 zww en de overige werkwoorden zijn hulpwerkwoorden.
Slide 7 - Slide
Ontleden
Benoem pv, wg, ow, lv en bwb.
De Finse kok en ik hebben samen een gerecht voorbereid.
pv = hebben
ow = De Finse kok en ik
wg = hebben voorbereid (hebben = hww/ voorbereid = zww)
lv = een gerecht
bwb = samen
Slide 8 - Slide
Zinsdelen - samengestelde zinnen
Wanneer je niet snel reageert, is het niet meer mogelijk te komen.
PV?
pv= reageert
pv= is
Welke proef het beste te gebruiken?
Slide 9 - Slide
Huiswerk TH
Grammatica Cursus 5
Maak par. 2 Herhaling ZD
Maak par. 4 Samengestelde zinnen
Schrijfplan met naam laten zien/inleveren.
Verhaal Daniëlle Bakhuis afmaken.
Slide 10 - Slide
Grammatica zinsdelen H2+3
Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
Slide 11 - Slide
Grammatica zinsdelen H2+3
Werkwoordelijk gezegde
Geeft aan wat iemand doet.
(Lopen, schrijven, gaan, zwemmen, opstaan, drinken, vinden, etc.)
Ik
schrijf
een brief voor mijn oma.
Ik
heb
een brief voor mijn oma
geschreven
.
Slide 12 - Slide
Werkwoordelijk Gezegde
Ik schrijf een brief voor mijn oma.
pv/wg = schrijf
Ik heb een brief voor mijn oma geschreven.
pv = heb
wg = heb geschreven
heb = hulpwerkwoord
geschreven = zelfstandigwerkwoord
Slide 13 - Slide
Grammatica Zinsdelen
Naamwoordelijk gezegde
Geeft aan wat iemand
is, of wordt of lijkt
.
Een eigenschap
Koppelwerkwoord
: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen
Ik word morgen 14 jaar.
Het huis lijkt onbewoond.
Slide 14 - Slide
Werkwoordelijk deel
Alle werkwoorden uit de zin.
Afgelopen zaterdag
is
de uitverkoop
een succes
geweest
.
zijn = koppelwerkwoord
Naamwoordelijk deel
De eigenschap die bij het onderwerp hoort.
Wat + persoonsvorm + onderwerp + overige ww?
Wat
i
s
de uitverkoop
geweest
?
Een succes
Slide 15 - Slide
Grammatica Zinsdelen
Naamwoordelijk gezegde
Ik schrijf het als volgt op:
Afgelopen zaterdag is de uitverkoop een succes geweest.
pv = is
ow = de uitverkoop
ng = is [een succes] geweest (werkwoordelijk en naamwoordelijk deel)
Slide 16 - Slide
Grammatica zinsdelen H2+3
Naamwoordelijk gezegde
LET OP:
Een naamwoordelijk gezegde heeft NOOIT een lijdend voorwerp in de zin staan.
Slide 17 - Slide
Leerdoelen
Ik weet het verschil tussen een werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde.
Ik kan het naamwoordelijk gezegde in een zin vinden.
Ontleed de volgende zin helemaal:
Eigenlijk is mijn wollen winterjas van vorig jaar veel te krap.
Slide 18 - Slide
Oefenen ....
Werkwoordelijk
of
naamwoordelijk gezegde
Slide 19 - Slide
"Lotte heeft de lasergamehighscore binnengesleept."
Wat is het gezegde?
Slide 20 - Open question
Gezegde: 'heeft binnengesleept'?
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 21 - Quiz
Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
Zijn vader reist maandelijks naar het buitenland voor zijn werk.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 22 - Quiz
Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
Mijn opa en oma zijn vroeger slager geweest.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 23 - Quiz
Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
Mijn broer geeft les op een basisschool in Rotterdam.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 24 - Quiz
Bij een naamwoordelijk gezegde...
A
...is het onderwerp iets.
B
...doet het onderwerp iets.
Slide 25 - Quiz
Bij een naamwoordelijk gezegde heb je ALTIJD een...
A
Zelfstandig werkwoord
B
Koppelwerkwoord
Slide 26 - Quiz
Een naamwoordelijk gezegde is altijd een..
A
actie
B
eigenschap/kenmerk
Slide 27 - Quiz
''Zij wil graag advocaat worden''.
Welk werkwoord kan koppelwerkwoord zijn?
A
wil
B
worden
Slide 28 - Quiz
''Zij wil graag advocaat worden''.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 29 - Quiz
Zij wil graag advocaat worden.
hele naamwoordelijk gezegde?
A
wil worden
B
[advocaat]worden
C
wil [advocaat] worden
D
wil [graag] worden
Slide 30 - Quiz
Hij schijnt tegenwoordig er gelukkig te zijn.
A
schijnt
B
schijnt te zijn
C
schijnt [gelukkig] te zijn
D
tegenwoordig gelukkig
Slide 31 - Quiz
Hij eet een appel en een peer.
A
hij
B
eet
C
eet een appel
D
eet een appel en een peer
Slide 32 - Quiz
Tekst
timer
10:00
Slide 33 - Slide
Grammatica Zinsdelen
Maak eerst de gedeelde opdracht. Herhaal de opdracht als je 80% of lager scoort.
Maak Huiswerk van Grammatica, zie SOM!
Laat je schrijfplan zie en maak het verhaal af (min. A4)
Slide 34 - Slide
Huiswerk HA
Grammatica Cursus 5
AF? par. 1 Herhaling ZD
HA: Maak par. 3 en 5 (werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde
A: Maak par. 3 en 5 (gezegde en voorzetselvoorwerp)
Schrijfplan met naam laten zien/inleveren.
Verhaal Daniëlle Bakhuis afmaken.
Slide 35 - Slide
www.cambiumned.nl
Slide 36 - Link
www.cambiumned.nl
Slide 37 - Link
Huiswerk HA
Grammatica Cursus 5
AF? par. 1 Herhaling ZD
HA: Maak par. 3 en 5 (werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde
A: Maak par. 3 en 5 (gezegde en voorzetselvoorwerp)
Schrijfplan met naam laten zien/inleveren.
Verhaal Daniëlle Bakhuis afmaken.
Slide 38 - Slide
''Ik weet wel hoe ik kan bepalen of een zin een werkwoordelijk gezegde of een naamwoordelijk gezegde bevat.''
1 = (nog) niet 10 = dat komt wel goed
1
10
Slide 39 - Poll
pv =
ow =
wg of ng =
lv =
pv =
ow =
wg of ng =
lv =
De finalisten van het Junior Songfestival / zingen /
liedjes met een boodschap.
Rode rozen / zijn / altijd / een symbool van liefde / geweest.
Slide 40 - Slide
pv = zingen
ow = De finalisten van het Junior Songfestival
wg
of
ng
= zingen (want ze doen iets)
lv = liedjes met een boodschap.
pv = zijn
ow = Rode rozen
wg
of
ng
= zijn [een symbool van liefde] geweest
lv = -
De finalisten van het Junior Songfestival / zingen /
liedjes met een boodschap.
Rode rozen / zijn / altijd / een symbool van liefde / geweest.
Slide 41 - Slide
Havo: Wat is het verschil tussen een werkwoordelijk en een naamwoordelijk gezegde? Probeer het in je eigen woorden uit te leggen.
Vwo: Leg uit wat een voorzetselvoorwerp is.
Slide 42 - Open question
Havo: Maak zelf twee zinnen over een giraffe.
In zin 1 zit een WG en in zin 2 een NG. Benoem ook jouw WG en NG.
Vwo: maak zelf een zin over een neushoorn met een
voorzetselvoorwerp erin. Benoem ook jouw voorzetselvoorwerp.
timer
3:00
Slide 43 - Open question
More lessons like this
wk. 5 Grammatica Zinsdelen
2 days ago
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
BSR 27/1 2Aha Grammatica ZD 5 wg/ng en vz voorwerp
7 days ago
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
BSR 27/1 2Aha Grammatica ZD 5 wg/ng en vz voorwerp
3 days ago
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
2ha Grammatica Zinsdelen - H1 + H2
February 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
BSR 27/1 2ha Grammatica ZD 5 wg/ng
7 days ago
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
H2 herhalen grammatica
5 days ago
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammatica zinsdelen herhalen (De Brug) les 2
January 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
H2 Grammatica ZD 5 Ww of ng?
November 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2