This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Waar heb je stage gelopen?
Slide 3 - Mind map
Wat is je favo vakantieland
Slide 4 - Mind map
Covid-19 vaccinatie:
Ik heb al een vaccinatie
Ik wil een vaccinatie
Ik neem geen vaccinatie
Slide 5 - Poll
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Chronische aandoening
Slide 10 - Mind map
Slide 11 - Slide
Verwachtingen kennislijn
Slide 12 - Mind map
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Interventies/planning
Gegevens verzamelen
Probleem/diagnoses
Doelen/uitkomsten
Interventies uitvoering
Evaluatie
Verzamelen
Zelf uitvoeren
Afstemmen
Doelen
Vastleggen
Interpreteren
Ordenen
Verifiëren
Delegeren
Verpleegplan bijstellen
Product
Proces
Mondelinge overdracht
Labelen
Prioritering
Standaard verpleegplan
Individueel verpleegplan
Interventies vastleggen
Slide 18 - Drag question
De start van de werkgroep met lessonUp is:
Niet leuk
Best leuk
Heel leuk :-)
Slide 19 - Poll
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
evaluatie
Slide 23 - Mind map
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Video
Wat herken je van zelfmanagement
Slide 28 - Mind map
Medisch management
Rolmanagement
Emotioneel management
Omgaan met de beperkingen en de symptomen van de aandoening
Omgaan met de behandeling
Adequate relatie onderhouden met de zorgverlener
Adequate relatie onderhouden met naasten en omgeving
Voorbereiden op een onzekere toekomst
Emotionele balans bereiken en behouden
Positief zelfbeeld behouden
Slide 29 - Drag question
Slide 30 - Slide
Er zijn verschillende patientenprofielen ten aanzien van zelfmanagement. Het pilotenmodel (DVN, 2015) geeft op het gebied van zelfmanagement vier patienten profielen weer. De rollen in dit model kunnen verschuiven.
Wat houdt de term "piloot in"
A
wil vooral zelf de regie houden door meetwaarden bij te houden, te interpreteren en therapieaanpassingen te maken. Er is vooral contact met een zorgverlener als hier aanleiding toe is.
B
wil zelf de regie voeren door zelf meetwaarden bij te houden, te interpreteren en kleine therapie aanpassingen te doen aan de hand van bijv. schema's. De zorgverlener heeft inzage in gegevens en stelt in overleg de therapie bij.
C
neemt zelf initiatief, maar volgt vooral instructies op. Komt wel met informatie en vragen bij de zorgverlener. In overleg worden doelen en acties afgesproken. De zorgverlener stelt de therapie voor.
D
neemt geen initiatief en volgt instructies op. Stelt alleen vragen bij onduidelijkheden. De zorgverlener neemt de regie en legt dit uit aan de patient.
Slide 31 - Quiz
Er zijn verschillende patientenprofielen ten aanzien van zelfmanagement. Het pilotenmodel (DVN, 2015) geeft op het gebied van zelfmanagement vier patienten profielen weer. De rollen in dit model kunnen verschuiven.
Wat houdt de term "copiloot in"
A
wil vooral zelf de regie houden door meetwaarden bij te houden, te interpreteren en therapieaanpassingen te maken. Er is vooral contact met een zorgverlener als hier aanleiding toe is.
B
wil zelf de regie voeren door zelf meetwaarden bij te houden, te interpreteren en kleine therapie aanpassingem te doen aan de hand van bijv. schema's. De zorgverlener heeft inzage in gegevens en stelt in overleg de therapie bij.
C
neemt zelf initiatief, maar volgt vooral instructies op. Komt wel met informatie en vragen bij de zorgverlener. In overleg worden doelen en acties afgesproken. De zorgverlener stelt de therapie voor.
D
neemt geen initiatief en volgt instructies op. Stelt alleen vragen bij onduidelijkheden. De zorgverlener neemt de regie en legt dit uit aan de patient.
Slide 32 - Quiz
Slide 33 - Slide
Er zijn verschillende patientenprofielen ten aanzien van zelfmanagement. Het pilotenmodel (DVN, 2015) geeft op het gebied van zelfmanagement vier patienten profielen weer. De rollen in dit model kunnen verschuiven.
Wat houdt de term "steward(ess) in"
A
wil vooral zelf de regie houden door meetwaarden bij te houden, te interpreteren en therapieaanpassingen te maken. Er is vooral contact met een zorgverlener als hier aanleiding toe is.
B
wil zelf de regie voeren door zelf meetwaarden bij te houden, te interpreteren en kleine therapie aanpassingem te doen aan de hand van bijv. schema's. De zorgverlener heeft inzage in gegevens en stelt in overleg de therapie bij.
C
neemt zelf initiatief, maar volgt vooral instructies op. Komt wel met informatie en vragen bij de zorgverlener. In overleg worden doelen en acties afgesproken. De zorgverlener stelt de therapie voor.
D
neemt geen initiatief en volgt instructies op. Stelt alleen vragen bij onduidelijkheden. De zorgverlener neemt de regie en legt dit uit aan de patient.
Slide 34 - Quiz
Er zijn verschillende patientenprofielen ten aanzien van zelfmanagement. Het pilotenmodel (DVN, 2015) geeft op het gebied van zelfmanagement vier patienten profielen weer. De rollen in dit model kunnen verschuiven.
Wat houdt de term "passagier" in"
A
wil vooral zelf de regie houden door meetwaarden bij te houden, te interpreteren en therapieaanpassingen te maken. Er is vooral contact met een zorgverlener als hier aanleiding toe is.
B
wil zelf de regie voeren door zelf meetwaarden bij te houden, te interpreteren en kleine therapie aanpassingem te doen aan de hand van bijv. schema's. De zorgverlener heeft inzage in gegevens en stelt in overleg de therapie bij.
C
neemt zelf initiatief, maar volgt vooral instructies op. Komt wel met informatie en vragen bij de zorgverlener. In overleg worden doelen en acties afgesproken. De zorgverlener stelt de therapie voor.
D
neemt geen initiatief en volgt instructies op. Stelt alleen vragen bij onduidelijkheden. De zorgverlener neemt de regie en legt dit uit aan de patient.
Slide 35 - Quiz
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Slide
De verpleegkundige ondersteunt de patient waarbij zij: de patient uitnodigt om over het verlies van gezondheid en veranderingen in zijn leven te praten
A
afspreken
B
assisteren
C
arrangeren
D
achterhalen
Slide 43 - Quiz
De verpleegkundige samen met de patient bepaalt hoeveel regie of zorg zij van hem overneemt
A
afspreken
B
assisteren
C
arrangeren
D
basishouding
Slide 44 - Quiz
De verpleegkundige geeft voorlichting en instructie, waarbij zij: bij elk contact vraagt aan welke informatie de patient behoefte heeft
A
afspreken
B
assisteren
C
arrangeren
D
adviseren
Slide 45 - Quiz
De verpleegkundige begeleidt de patient op afstand met behulp van ondersteunende hulpmiddelen zoals ehealth