B2B - P4 - Les 3 - afronden 2.2A en 2.2C

Plattegrond
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Plattegrond

Slide 1 - Slide

Europese Unie
Les 3

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wie is de baas in de EU?
  • De Europese Commissie bestuurt de Europese Unie. Zij bedenken de wetten voor de EU. 

  • Het Europees Parlement kijkt of deze wetten goed zijn en of deze worden uitgevoerd in EU-landen. 

  • EU-burgers mogen het Europees Parlement kiezen.

Slide 4 - Slide

Open of gesloten grenzen?
Binnen de EU kunnen mensen, goederen en diensten vrij reizen. Jij mag bijvoorbeeld gaan werken in Frankrijk. Door open binnengrenzen is er meer migratie en samenwerking in Europa. Europeanen hebben hierdoor meer internationale contacten
De buitengrenzen van de EU zijn gesloten. Bezoekers van buiten de EU worden alleen toegelaten met een visum (stempel in je paspoort). Vluchtelingen uit Afrika proberen met een boot naar Europa te komen, omdat ze weg uit de oorlogen willen.

Slide 5 - Slide

Sleep alle blauwe hokjes naar de goede rode hokjes.
Benelux
EGKS
EEG
EU

1992

1957

1944

1951

Regeling productie kolen en staal

Economische samenwerking met vrij verkeer van goederen

Verschillende onderwerpen

Vrij verkeer van goederen en mensen

Slide 6 - Drag question

Even checken of je alles snapt.
Lees de antwoorden.
Kies het juiste antwoord.
A
Samenwerking moest een nieuwe oorlog voorkomen. & De EEG was een politieke samenwerking.
B
Vanaf 1990 kwamen er steeds meer Oostblok landen bij de samenwerking. & Je hebt altijd een visum nodig.
C
De EU-landen werken samen op veel onderwerpen & Binnen de EU zijn er open grenzen.
D
De Benelux was de eerste stap van de samenwerking. & Het Europees Parlement bestuurt de EU.

Slide 7 - Quiz


Hoeveel sterren staan er op de Europese vlag?
A
10
B
12
C
20
D
28

Slide 8 - Quiz


Welk land in de EU heeft
de meeste inwoners?
A
Spanje
B
Frankrijk
C
Duitsland
D
Verenigd Koninkrijk

Slide 9 - Quiz


Hoeveel mensen wonen er in de EU?
A
ongeveer 250 miljoen
B
ongeveer 500 miljoen
C
ongeveer 750 miljoen
D
ongeveer 1 miljard

Slide 10 - Quiz


Hoeveel officiële talen heeft de Europese Unie?
A
18
B
22
C
24
D
26

Slide 11 - Quiz


Hoeveel landen zijn er
nu lid van de EU?
A
25
B
26
C
27
D
28

Slide 12 - Quiz


Welk land hoort er niet meer bij de EU?
A
Italië
B
Groot-Brittannië
C
Ierland
D
Polen

Slide 13 - Quiz


In hoeveel landen van de EU kan je met de euro betalen?
A
15
B
18
C
20
D
24

Slide 14 - Quiz


Wie bestuurt de EU?
A
Het Europees Parlement
B
De Europese Commissie

Slide 15 - Quiz


Wat is de hoofdstad van
de Europese Unie?
A
Brussel
B
Parijs
C
Frankfurt

Slide 16 - Quiz

De politie van de verschillende landen in de EU werken samen in .....

A
Brexit
B
Europol
C
EEG
D
ECB

Slide 17 - Quiz


Benzine kost in Nederland
en België evenveel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz


Sam gaat in Spanje studeren.
Dit is een voorbeeld van .....
A
vrij verkeer van kapitaal
B
vrij verkeer van mensen
C
vrij verkeer van goederen

Slide 19 - Quiz

Peter heeft een spaarrekening
in België.
Dit is een voorbeeld van .....
A
vrij verkeer van kapitaal
B
vrij verkeer van mensen
C
vrij verkeer van goederen

Slide 20 - Quiz

Pax verbouwt aardbeien en
verkoopt deze in Frankrijk
Dit is een voorbeeld van .....
A
vrij verkeer van kapitaal
B
vrij verkeer van mensen
C
vrij verkeer van goederen

Slide 21 - Quiz


Als je importeert, verkoop je goederen aan het buitenland.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Vragen?
VRAGEN?

Slide 23 - Slide