Grammatica zinsdelen: alles herhalen les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Grammatica zinsdelen

Alles herhalen
pv, ow, wg en lv

Doel van de les

aan het einde van de les hebben we de opdracht van Google Forma besproken en nog een keer extra geoefend met het lijdend voorwerp.

Raadsel

Het is wel in een jaar maar niet in een eeuw. Steeds in een maand maar nooit in de week. Wel in een dag maar niet in een uur.

Wat is dat?

Oefentoets bespreken

• Oefentoets van Socrative bespreken

• Lastige zinnen bespreken

Leg in je eigen woorden uit hoe jij een zin in zinsdelen verdeelt.

Zin verdelen in zinsdelen

1. Zoek de persoonsvorm
2. Zet een streepje voor en achter de persoonsvorm
3. Voor de persoonsvorm zet je geen streepjes meer. Dit is één zinsdeel.

Mijn neef Marinus gaat dit jaar  aan de Universiteit van Amsterdam studeren.

Zin verdelen in zinsdelen

4. Kijk welk woord/welke woorden bij elkaar horen EN voor de persoonsvorm passen.  (let op: meerdere werkwoorden naast elkaar = één zinsdeel)

5. Hussel de zin om te kijken of je streepje klopt

Mijn neef Marinus / gaat / dit jaar aan / de Universiteit  /van Amsterdam /studeren.  NIET GOED, want:
Dit jaar aan / gaat / mijn neef Marinus / studeren / de Universiteit /van Amsterdam. KLINKT NIET GOED!

Zin verdelen in zinsdelen

Mijn neef Marinus gaat dit jaar aan de Universiteit  van Amsterdam studeren.

Verdeel de zin in zinsdelen.

"Deze winter zal ons vakantiehuisje door de plaatselijke aannemer worden opgeknapt."

Verdeel de zin in zinsdelen.

"Wie wil mijn tante helpen met de tomatensoep?"

Vertel in je eigen woorden hoe jij een lijdend voorwerp probeert te vinden in een zin.

Hoe vind ik het lijdend voorwerp?

1. Zoek de persoonsvorm, onderwerp en werkwoordelijk gezegde

2. Kijk welke zinsdelen je overhoudt.

3. Welke zinsdelen beginnen met een voorzetsel? Streep die weg!

4. Stel de vraag: wie/wat + pv + ow + wg

Antwoord op je vraag is een persoon (wie) of ding (wat).

Voorbeeld

Mijn broertje /  heeft  / in de keuken /  stroopwafels / gevonden.

pv = heeft

ow = mijn broertje
wg = heeft gevonden
lv = ...

Voorbeeld

De buurvrouw / loopt / in haar tuinbroek / naar de schuur.

pv = loopt
ow = de buurvrouw
wg = loopt
lv = ...

Ontleed deze zin: pv, ow, wg en lv.

"De wiskundedocent bespreekt in zijn lokaal lastige wiskundesommen op het bord."

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.

OW

PV

WG

Overige zinsdelen

LV

hangjongeren

hebben

veel problemen

veroorzaakt.

Afgelopen zomer

Huiswerk voor de volgende les

Huiswerk voor morgen: opdracht maken via Google Forms (zie link in SOMtoday). De opdracht staat daar ook beschreven.