Spelling H4 meervoud op -s

Wie vindt alle taalvoutjes in dit gedicht?
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wie vindt alle taalvoutjes in dit gedicht?

Slide 1 - Slide

Aantal taalvoutjes in het gedicht:
A
5
B
10
C
15
D
20

Slide 2 - Quiz

                     goed

ik vind dichten best wel leuk
en ik kan het best wel goed
maar ik erger me aan de mensen
die mij vertellen hoe 'het moet'
doe gewoon eens niet de hele tijd
alsof je het beter weet dan ik
besef goed dat dit mijn werk is
niet gewoon iets voor erbij
maar ik neem het hen niet kwalijk
want men bedoelt het niet verkeerd
en het kan misschien zelfs zijn
dat ik van jouw kritiek wat leer

Slide 3 - Slide

Planning
Openen (10)
Planning (5)
Spelling H3 nakijken (10)
Spelling H4 (10)
Aan de slag! (20)
Afsluiten (10)

Slide 4 - Slide

Hoe schrijven we het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord?

Slide 5 - Open question

De dokter vroeg of de (breken) knie pijn deed.
A
gebroke
B
breken
C
gebreekte
D
gebroken

Slide 6 - Quiz

Mijn zusje heeft met stift getekend op de pas (verven) muren.
A
geverfte
B
geverfden
C
geverfde
D
geverften

Slide 7 - Quiz

Onvoltooid deelwoord

Slide 8 - Mind map

Doel van de les
Aan het eind van de les kan ik meervouden die eindigen op -S correct spellen

Slide 9 - Slide

REP spelling en ww-spelling
Werkwoordspelling: PVTT, PVVT, GW, VD, INF, OD, BN
Spelling H1: hoofdletters en leestekens
Spelling H2: woordenboek / trappen van vergelijking
Spelling H3: meervouden -EN (nakijken)
Spelling H4: meervouden -S
Spelling H5: bijvoeglijk naamwoord
Spelling H6: komma, dubbele punt en aanhalingstekens

Slide 10 - Slide

Meervoud
In de Nederlandse taal maken we woorden meervoud met -EN en -S. Veel van deze woorden kennen jullie en weten jullie hoe je ze moet schrijven, maar er zijn ook uitzonderingen!

Voorbeelden:
katten, dieven, zonnen, bewijzen, garages, tantes 

Slide 11 - Slide

Meervouden op -EN
De uitzonderingen:
  • Woorden die eindigen op -ee krijgen er altijd -ën bij! Zoals, sleeën, tweeën, ideeën.
  • Woorden die eindigen op -ie krijgen er -n of -ën bij! Zoals, bacteriën, industrieën, poriën.

Maar wanneer een -n of -ën?

Slide 12 - Slide

Meervouden op -EN
Als de klemtoon op de laatste lettergreep valt, die -ie dus, komt er -ën bij!
meloDIE --> melodieën 
indusTRIE --> industrieën

Als de klemtoon NIET op de laatste lettergreep valt, komt er -n bij!
POrie --> poriën
bacTErie --> bacteriën


Slide 13 - Slide

TIP
Vind je het bepalen van de klemtoon lastig?

Doe dan dit!
Spreek woord (enkelvoud) uit alsof je tegen je hond praat!



Let op! Dit is een hulpmiddel, het werkt niet altijd.

Slide 14 - Slide

Spelling H3
Wat? Nakijken opdracht 1 t/m 5.
Hoe? Antwoorden staan in classroom.
Tijd? 10 minuten.
Hulp? Je mag samenwerken!
Klaar? Maak lijstje met jouw vragen voor mij
Klaar? Lezen in klassenboek.

Slide 15 - Slide

Spelling H4: meervoud -s
Meestal meervoud op -en, soms een -s (hengels, tantes, iPads)
Na: -i, -o, -u, -a en -y is het meervoud met een 's (met apostrof!)
ezelsbruggetje: Ik hOU vAn Ys!
de taxi - de taxi's
de auto - de auto's
de paraplu - paraplu's
de opa - de opa's
de baby - de baby's

Slide 16 - Slide

Spelling H4: meervoud -s
Maar!
Bij woorden die eindigen op twee of drie klinkers die samen een klank vormen, schrijf je de -s er gewoon achter! (Want geen uitspraakprobleem)

niveaus, etuis, gameboys, cadeaus, displays

maar wel: cavia's
Waarom?

Slide 17 - Slide

Spelling H4: meervoud -s
Bij de meervoud van afkortingen of cijferwoorden  schrijf je ook 's (apostrof!)
F-16's
dvd's
WK's
vwo's
wc's
bh's

Slide 18 - Slide

Aan de slag!
Wat? Nakijken H3 spelling Maken opdracht 1 t/m 4 en 6 
op blz. 130/131 (H4 spelling meervoud -s)
Hoe? Gebruik je lesboek/schrift of online.
Tijd? 20 minuten
Hulp? Je mag samenwerken.
Klaar? Lezen in het klassenboek.
9.45 terug in de meet, dan sluiten we af

Slide 19 - Slide