9.4: de ogen

 Zintuigen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

 Zintuigen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

Uitleg basisstof 4 + maken opdrachten
Eerder klaar? Dan verder met basisstof 5


Slide 2 - Slide

Leerdoelen
-Je kunt uitleggen hoe je ogen beschermd worden.
-Je kunt de uitwendige delen van een oog noemen met hun functies.
-Je kunt de inwendige delen van een oog noemen met hun functies.
-Je kunt de werking van de ogen uitleggen.

Tip: maak aantekeningen

Slide 3 - Slide

Bescherming van het oog
Wenkbrauwen: bescherming tegen zweet/vocht. 
Wimpers: bescherming tegen vuil en fel licht. 
Traanklier: maakt traanvocht 
Traanvochtzorgt ervoor dat je ogen niet uitdrogen
Ooglid: verspreidt traanvocht over de ogen
Traanbuis: brengen traanvocht naar de neusholte

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Buitenkant van het oog

Harde oogvlies: het witte deel, beschermt de binnenkant van het oog 
Iris: gekleurde deel van het oog, beschermt thet oog tegen te veel licht
Pupil: zwarte rondje in de iris, hier komt het licht binnen 
Hoornvlies: doorzichtig laagje, beschermt de iris 

Slide 7 - Slide

Binnenkant van het oog
Lens: zorgt ervoor dat je dingen scherp kan zien (beeld scherp op netvlies plaatsen)
Glasachtig lichaam: het oog is gevuld met geleiachtige vloeistof, houdt alles op zijn plek
Oogzenuw: vervoert impulsen naar de grote hersenen
Oogspieren: laten je oog draaien

Slide 8 - Slide

Binnenkant van het oog
Het oog bestaat uit 3 lagen:
Netvlies: binnenste laag. Hierin liggen de zintuigcellen die lichtprikkels opvangen en impulsen vormen.

Vaatvlies: middelste laag. Bevat veel bloedvaten die zorgen voor de voeding van het oog en afvoer van afvalstoffen

Harde oogvlies: buitenste laag
hoornvlies → pupil → lens → glasachtig lichaam → netvlies

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Scherp zien
Je kan scherp zien doordat je je ooglens boller en platter kunt maken (= accomoderen).

Bol = dichtbij scherp zien
Plat = veraf scherp zien

Slide 11 - Slide

Aan het (huis)werk

Lees de theorie
Maak alle opdrachten in je boek B4 (samenvatting mag je overslaan)
Klaar? Ga verder met B5

















Slide 12 - Slide