Oncologie

Oncologie
1 / 45
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Oncologie

Slide 1 - Slide

Waar denk je aan bij oncologie?

Slide 2 - Mind map

Wat is oncologie?
A
medische kennis en behandeling van hart- en vaatziekten
B
medische kennis en behandeling van kanker
C
onderzoek naar kankersoorten
D
alle bovenstaande antwoorden

Slide 3 - Quiz

Wat is celdeling?
A
Maken van nieuwe cellen
B
Maken van nieuw DNA
C
Maken van nieuwe erfelijke eigenschappen
D
Maken van een nieuw leven

Slide 4 - Quiz

In de afbeelding zie je een celdeling plaatsvinden, welke celdeling is dat?
A
Mitose (normale celdeling)
B
Meiose(normale celdeling)
C
Mitose(reductiedeling)
D
Meiose (reductiedeling)

Slide 5 - Quiz

Wat gebeurt er na een celdeling
A
Beide cellen gaan zich specialiseren
B
Geen van beide cellen gaat zich specialiseren
C
1 cel wordt stamcel, de andere wordt gespecialiseerd
D
Dat verschilt per keer

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Welke oorzaken van kanker weet je?

Slide 8 - Mind map


Bij een exogene factor komt de invloed van buitenaf?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een exogene factor?
A
Grijs haar
B
Broze botten
C
Ziektes
D
Ongezonde leefstijl

Slide 10 - Quiz

Wat is een ander voorbeeld van een exogene factor?
A
Vitamines slikken
B
Veel water drinken
C
Je haar borstelen
D
Is erfelijk

Slide 11 - Quiz

De zon kan een oorzaak zijn van kanker?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Wat zijn endogene factoren?
A
Factoren die het lichaam van binnenuit beïnvloeden
B
Factoren die het lichaam van buitenaf beïnvloeden

Slide 14 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een endogene factor?
A
Aangeboren oorzaken
B
Straling
C
Micro-organismen

Slide 15 - Quiz

Wat is geen oorzaak van kanker
A
erfelijkheid
B
leeftijd
C
milieu
D
chronische ontsteking

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Wat denken jullie?
Hoe vaak krijgen mensen de diagnose kanker?

Slide 18 - Open question

Wat denken jullie?
Krijgen meer mannen dan vrouwen de diagnose kanker?
Mannen
Vrouwen

Slide 19 - Poll

De meeste mensen die de diagnose kanker krijgen is ouder dan 50 jaar
A
waar
B
nietwaar

Slide 20 - Quiz

Welke vormen van kanker komen het meest voor?

Slide 21 - Mind map

Slide 22 - Slide

Wat is het verschil tussen een tumor en kanker?
A
Tumor en kanker is hetzelfde
B
Een tumor is altijd goedaardig
C
Een tumor is niet altijd kwaadaardig
D
Kanker kan goed aardig en kwaad aardig zijn

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Wat is GEEN voorbeeld van een goedaardige tumor?
A
Vetbobbeltje
B
Wrat
C
Myosarcoom (spieren)
D
Cyste

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Welke vormen van een kwaadaardige tumor ken je?

Slide 28 - Mind map

Slide 29 - Slide

Hoe behandel je kanker?
A
chirurgie, radiotherapie en chemo
B
antibiotica en ontstekingsremmer
C
chemo
D
morfine

Slide 30 - Quiz

Wie vond tijdens de wetenschappelijke revolutie radioactiviteit uit en daardoor de eerste vormen van een behandeling tegen kanker?
A
Isaac Newton
B
Marie Curie
C
Nicolaas Copernicus
D
Antoni van Leeuwenhoek

Slide 31 - Quiz

Chemotherapie en bestraling zijn gericht op snelgroeiende cellen.
Waarom vinden deze behandelingen plaats tegen kanker?
A
Omdat zowel de goede als de slechte cellen zo aangepakt worden
B
Kankercellen zijn snelgroeiende cellen en worden zo met name aangepakt
C
Omdat zo alleen de kankercellen aangepakt worden

Slide 32 - Quiz

. Hoe denk je dat kankerbehandeling er in de toekomst uit zal zien?
A
een medicijn voor alle kanker
B
maatwerk op de individuele patient
C
zo optimaal mogelijk standaard behandeling voor iedere patient

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Slide

Wat zijn methoden om kanker te behandelen?
A
bestraling
B
chemotherapie
C
scan
D
operatie

Slide 35 - Quiz

Wat is een behandeling van kanker?
A
Chemotherapie
B
Operatie
C
Lichttherapie
D
Radiotherapie

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Slide

Hoe zou jij iemand met kanker helpen/ondersteunen?

Slide 38 - Open question

Slide 39 - Slide

Wat is rouwen?
A
Een reactie op het overlijden van een dierbare
B
Omgaan met verlies
C
Een emotionele en lichamelijke reactie
D
Het verwerken van verdriet na een verlies

Slide 40 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van de rouwcurve?
A
ontkenning - schok - verdriet - boosheid - onderhandelen - aanvaarding
B
schok - ontkenning - onderhandelen - boosheid - verdriet - aanvaarding
C
schok - ontkenning - boosheid - onderhandelen - verdriet - aanvaarding
D
ontkenning - boosheid - schok - onderhandelen - verdriet - aanvaarding

Slide 41 - Quiz

Is rouwen voor iedereen hetzelfde?
A
ja
B
nee

Slide 42 - Quiz

Wat is de functie van rouwen?
A
nadenken over eigen gezondheid
B
afhandelen van praktische zaken
C
verwerken van verlies
D
zo snel mogelijk doorgaan met je leven

Slide 43 - Quiz

rouwen is een eenmalig proces
A
ja, als de rouwfasen zijn doorlopen dan stopt het rouwen
B
ja, dat gebeurt alleen in het begin
C
nee, dat komt vaker terug
D
nee, dat is altijd aanwezig

Slide 44 - Quiz

Slide 45 - Slide