Deelopdracht 11 en 12

Deelopdracht 11 en 12
Een poster van je levensgemeenschap
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Deelopdracht 11 en 12
Een poster van je levensgemeenschap

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan organismen bedenken/ontwerpen op mijn planeet, waarbij ik rekening houd met de biotische en abiotische factoren van de planeet. ​

  • Ik kan organismen bedenken/ontwerpen op mijn planeet die behoren tot de consumenten, reducenten en producenten. ​

  • Ik kan de organismen die ik heb bedacht/ontwerpen in een voedselketen en voedselweb plaatsen. ​

Slide 2 - Slide

Abiotische factoren = niet levende factoren

Biotische factoren = levende factoren.

Slide 3 - Slide

Niveaus in de ecologie





Slide 4 - Slide

Voedselketen
1. begint altijd met een plant (=producent)
2. let op de richting van pijlen!

Slide 5 - Slide

Voedselweb
- In een ecosysteem zitten meerdere voedselketens.

Slide 6 - Slide

maak een voedselketen met dit voedselweb met 4 schakels

Slide 7 - Open question

Hoeveel organismen zitten er in de langste keten
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 8 - Quiz

Kringloop van stoffen

Slide 9 - Slide

Gras

Wezel

Konijn

Paardenbloem


Muis

Havik
producent
consument 
1e orde
consument 
2e orde

Slide 10 - Drag question

Deelopdracht 11 in duo's
Stap 1: Vraag aan je docent een groot vel papier. Hierop kan je met je blokmaat samen brainstormen.​

Stap 2: 5 minuten. ​
Doe deze stap alleen. Teken elk snel 2 producenten, 2 consumenten en 2 reducenten op het grote vel.

Stap 3: 10 minuten. ​
Er staan nu 12 organismen op jullie vel. Bespreek samen of de organismen kunnen overleven op jullie planeet. Gebruik daarvoor de volgende vragenlijst. ​

Slide 11 - Slide

Deelopdracht 11 in duo's
Stap 3: 10 minuten. Er staan nu 12 organismen op jullie vel. Bespreek samen of de organismen kunnen overleven op jullie planeet. Gebruik daarvoor de volgende vragenlijst. Maak aantekeningen bij je organisme of verbeter ze. ​

  1. Is het organisme een producent, consument of een reducent? ​
  2. Wat is zijn biotoop? (onder water? donker? koud? stijl? droog? geen zwaartekracht?)​
  3. Waar haalt het zijn energie vandaan? (voeden)​
  4. Hoe haalt het organisme adem?​
  5. Wat scheidt het organisme uit, wat is het afval wat hij achterlaat en wie kan dat weer gebruiken.​
  6. Wat kan het organisme waarnemen, hoe zijn de zintuigen aangepast aan de biotoop? (Denk aan gevaar en voedsel zoeken)​
  7. Hoe groeit het organisme?​
  8. Hoe verplaatst het organisme zich in zijn biotoop?​
  9. Hoe krijgt het nakomelingen?​


Stap 4: 2 minuten. ​
Trek pijlen van het organisme dat gegeten wordt naar het organisme dat eet. Maak dus een voedselweb. Zorg er voor dat alle organismen verbonden zijn.

    ​

Slide 12 - Slide