Paragraaf 2.1:- Je kent het verschil tussen weer & klimaat
- Je weet wat de belangrijkste kenmerken van het klimaat zijn
- Je begrijpt waarom het op de evenaar warmer is dan in Nederland of op de polen
- Je begrijpt waarom het in de zomer warmer is dan in de winter
Paragraaf 2.2:
- Je weet welke factoren de temperatuur beïnvloeden
- Je begrijpt waarom het op een bergtop kouder is dan onder aan een berg
- Je kent de verandering in temperatuur per kilometer hoogte en kunt daarmee rekenen
- Je begrijpt waarom de temperatuurverschillen tussen zomer en winter aan zee kleiner zijn dan landinwaarts
- Je begrijpt dat aanlandige en aflandige wind een verschillende invloed op het klimaat hebben
- Je kunt uitleggen wat voor invloed zeestromen hebben op het klimaat