3.1 De remmen los (C)

Historische Context: Nederland (1848-2008)
3.1 Remmen los (C) 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Historische Context: Nederland (1848-2008)
3.1 Remmen los (C) 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen? 
1. Leerdoelen
2. Theorie
3. Beeldmateriaal
4. Leerdoelen terugkoppeling
5. Aan de slag en huiswerk

Slide 2 - Slide

Leerdoelen (terugkoppeling)
1. Je kunt beschrijven waarom en hoe na de Tweede Wereldoorlog de verzuiling werd hersteld. 

2. Je kunt beschrijven hoe na 1945 de Nederlandse economie zich herstelde en welke rol de overheid hierbij speelde.

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 
1. Je kunt beschrijven hoe Nederland een verzorgingsstaat werd.

2. Je kunt beschrijven wanneer en waardoor Nederland een consumptiemaatschappij werd.

3. Je kunt de samenhang uitleggen tussen woningnood, verstedelijking en toenemende mobiliteit.

Slide 4 - Slide

Theorie
De toenemende invloed van de overheid bleek ook uit de overheidszorg voor sociale zekerheid. Mensen die door ziekte, ouderdom of werkloosheid niet konden werken, moesten een uitkering krijgen.

Want ook op deze punten, wilde niemand een herhaling van de jaren dertig. Toen was de samenleving ernstig ontwricht geraakt doordat grote groepen mensen geen of onvoldoende inkomen hadden. 

Slide 5 - Slide

Theorie
Nederland werd een verzorgingsstaat: Een samenleving waarin de overheid alle burgers, de zwakkeren in het bijzonder, beschermt en een bestaansminimum garandeert. 
Voorbeelden: AOW, WW, Bijstandswet. 

Slide 6 - Slide

Theorie
Welke coalitie hadden we ook alweer tijdens de periode 1948-1958? 

Slide 7 - Slide

Theorie
De minister-president van deze periode werd liefkozend 'Vadertje Drees' genoemd. 

Willem Drees 
Minister-president Rooms-rode coalitie
Vadertje Drees
Maakte van Nederland een verzorgingsstaat. 
Zorgde voor de ouderen
Erg populair

Slide 8 - Slide

Theorie
Dankzij de industrialisatiepolitiek en de geleide loonpolitiek (?)  groeide de Nederlandse economie. Die groei werd ook gestimuleerd door het snelle economische herstel van West-Duitsland (Wirtschaftswunder). Nederland handelde immers veel met Duitsland. 

En Nederland had nog een meevaller: daar zijn ze alleen in Groningen niet zo blij mee nu .. ? 

Slide 9 - Slide

Theorie
In 1959 werd een groot aardgasveld in Groningen gevonden. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Theorie
Het ging erg goed met de Nederlandse politiek. In de jaren zestig kan de geleide loonpolitiek los worden gelaten. De economie was nu zo sterk gegroeid dat de werknemers ervan mochten gaan profiteren. De lonen schoten soms met wel 10 procent omhoog.

De Nederlanders kunnen door de toegenomen welvaart kopen, kopen, kopen. Nederland wordt een consumptiemaatschappij.

Slide 12 - Slide

Theorie
Consumptiemaatschappij
Samenleving waarin een meerderheid van de mensen een aanzienlijk deel van hun inkomen aan luxeproducten besteedt. 

Denk hierbij aan: luxeproducten zoals huishoudelijke apparaten en auto's. 

Slide 13 - Slide

Theorie
Door de welvaart en dat veel gezinnen een auto konden betalen, groeide de mobiliteit. Mensen hadden daarnaast veel meer vrije tijd. Dit werd nu meer besteed aan gezin en vakanties. Eerst Nederland, later ook Frankrijk en Spanje. 

Slide 14 - Slide

Theorie
Ondanks de toegenomen welvaart was de woningnood een moeilijk oplosbaar probleem. Tijdens de oorlog waren veel woningen verwoest of zwaar beschadigd. 

In de jaren vijftig en zestig werden op veel plaatsen grote nieuwbouwwijken gebouwd. Vrijwel overal werden in grote mate portiekflats gebouwd: hoogbouw, comfortabel, hygiënisch en goedkoop. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Theorie
Het gevolg van deze ontwikkeling was een toenemende verstedelijking. De grote steden, zoals Amsterdam en Utrecht, groeiden nauwelijks. Het waren vooral de kleine steden op maximaal een uur rijden van de grote stad waar de verstedelijking toe trad. 

Mensen zagen de grote steden als overvol, vuil, onveilig en ongeschikt voor kinderen. Mensen wilden in een rustige omgeving wonen en eventueel graag werken in de grote steden. 

Slide 17 - Slide

Theorie
Verstedelijking
De ontwikkeling waarbij een steeds groter deel van de bevolking in steden woont, het aantal steden toeneemt en de steden steeds groter worden.

Forenzen
Mensen die dagelijks of enkele keren per week heen en weer reizen tussen woon- en werkplaats.

Slide 18 - Slide

Leerdoelen 
1. Je kunt beschrijven hoe Nederland een verzorgingsstaat werd.

2. Je kunt beschrijven wanneer en waardoor Nederland een consumptiemaatschappij werd.

3. Je kunt de samenhang uitleggen tussen woningnood, verstedelijking en toenemende mobiliteit.

Slide 19 - Slide