Zorg en welzijn formatieve toets Brian

Zorg en welzijn formatieve toets Brian
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Zorg en welzijn formatieve toets Brian

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


HOE OUD MOET JE ZIJN OM ALCOHOL TE KUNNEN KOPEN?
A
16
B
18
C
21
D
17

Slide 2 - Quiz

Het antwoord:
Het antwoord is B.
Als je nog geen 18 jaar bent, mag je geen alcohol kopen of bij je hebben.
Jongeren kunnen blijvende hersenschade krijgen wanneer zij alcohol drinken
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Denk je dat jongeren sneller alcohol gaan drinken als hun ouders dat doen?
A
ja
B
nee
C
misschien

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions


ALCOHOL RECLAMES MOGEN PAS NA 21:00 'S AVONDS WORDEN UITGEZONDEN
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Het antwoord:
Dit is Waar. 
Alcoholreclame op radio en televisie mag niet voor 21.00 uur uitgezonden worden.

Naast de wettelijke regel dat alcoholreclame niet voor 21.00 mag worden uitgezonden, zegt deze regel ook dat zelfs na 21.00 uur alcoholreclame niet mag worden vertoond voor, tijdens en na televisieprogramma’s waarbij het publiek voor meer dan 25% bestaat uit minderjarigen.

Bron: Stiva
https://stiva.nl/facts-figures/alcohol-en-reclame/


HET IS VERBODEN ALCOHOL TE VERKOPEN AAN IEMAND DIE ZICHTBAAR DRONKEN IS
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Het antwoord:
Dit is Waar.
In het Nederlandse Wetboek van Strafrecht is de basis van het Nederlandse strafrecht, samen met het Wetboek van Strafvordering. Het Wetboek van Strafrecht bestaat uit drie onderdelen; Algemene bepalingen; Misdrijven en Overtredingen. In het Wetboek van Strafvordering staat beschreven hoe strafrechtelijke procedures verlopen.

In het Wetboek van Strafrecht staan de volgende bepalingen over alcohol:

Openbare dronkenschap en de verstoring van de openbare orde in staat van dronkenschap zijn strafbaar.

Het is verboden alcohol te verkopen of te schenken aan iemand die zichtbaar dronken is.

Het is verboden dat iemand door geweld of bedreiging wordt gedwongen alcohol te drinken.

ALS JE ONDER DE 18 BENT EN JE HEBT ALCOHOL BIJ JE BESTAAT ER EEN KANS DAT DE POLITIE:
A
Je oppakt
B
Je een boete uitdeelt
C
Je ouders belt
D
Je een waarschuwing geeft

Slide 7 - Quiz

Het antwoord:
Het antwoord is B

Per 1 januari 2014 zijn jongeren onder de 18 jaar strafbaar als ze op straat, stations, in winkelcentra of in cafés, alcoholhoudende drank bij zich hebben (boete € 45).
Waar zit de meeste alcohol in?
A
Glas bier
B
Glas wijn
C
Glas sterke drank
D
Overal evenveel

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Alcohol en xtc samen innemen is gevaarlijk
A
Juist
B
Onjuist
C
Het maakt niet uit

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Shisha wat is het en wat kan het doen met je lichaam?
A
Soort waterpijp, er komt veel co2 vrij waarna je kan flauwvallen of hoofdpijn krijgt
B
Soort drugs een upper waarbij je een zeer verhoogde hartslag krijgt
C
Soort drankje waarin heel veel alcohol zit en waardoor je snel vergeetachtig word
D
Soort e-sigaret waar je hoofdpijn van krijgt en flauwvalt

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Alcohol is een drug.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Van te veel alcohol kan je overlijden.
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt een kindje met FAS- syndroom geboren?
A
Door te veel drugs gebruikt tijdens de zwangerschap
B
Door te veel koffie tijdens de zwangerschap
C
Door te veel alcohol tijdens de zwangerschap?
D
Hier kan je niks aan doen zo.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

7. Waar in het lichaam wordt de meeste alcohol opgenomen?
A
De longen
B
De maag
C
De darmen
D
De lever

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welk soort drugs is chemisch?
A
Heroine
B
Cocaine
C
XTC
D
Hasj

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Zou jij onder druk van je vrienden alcohol drinken, roken of drugs gebruiken?
A
ja
B
nee
C
hangt van de situatie af

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Omrekenen

130cL=...dL
A
1,3
B
13
C
1300
D
0,13

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Dagritme is
A
alles alle dagen hetzelfde
B
Structuur in de dag
C
altijd op dezelfde tijd opstaan

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent sociale gezondheid?
A
dat je gezond eet
B
dat je veel sport en fit bent
C
dat je vrienden hebt
D
dat je elke dat je haren wast

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Beïnvloeden de fysieke, psychische, en sociale gezondheid elkaar?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is diabetes?
Bij diabetes heb je teveel of te weinig
...
A
zout in je lichaam
B
suiker in je lichaam
C
insuline in je lichaam
D
spieren in je lichaam

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions


de snijplank
A
voor groente
B
voor vis
C
voor brood
D
voor vlees

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Zit er in een vape nicotine?
A
Ja, een vape bevat nicotine.
B
Nee, een vape bevat geen nicotine.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Subjectief
A
Oordeel zonder mening
B
Oordeel met mening

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Meer dan de helft van iedereen die voor het eerst een vape probeert, raakt er uiteindelijk ook aan verslaafd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Welvaartziekten zijn:
A
ziektes die alleen bij dikke mensen ontstaan.
B
ziektes door het hebben van teveel geld.
C
ziektes die ontstaan door teveel vet eten, suikers en of alcohol.

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Vapes veroorzaken ernstige longschade en 'gaatjes' in je longen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Nieuws kan subjectief zijn of objectief.
Wat is subjectief nieuws?
A
In subjectief nieuws is de mening van de schrijver verwerkt.
B
Dat is nieuws waar geen redactie aan te pas is gekomen.
C
Subjectief nieuws is nepnieuws.

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

"Vapen heeft geen invloed op de slaapkwaliteit."
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Het belangrijkste acute risico als je XTC gebruikt is:
A
Hallucineren
B
Tandenknarsen
C
Oververhitting
D
Ernstige psychische problemen

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat is GEEN welvaartziekten?
A
COPD
B
Artrose
C
Kanker

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Wat is diabetes?
A
De alvleesklier maakt te weinig insuline aan
B
De lever maakt te veel insuline aan
C
De lever maakt te weinig insuline aan .
D
De alvleesklier maakt te veel insuline aan

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions


Deze snijplank is voor:
A
Groente
B
Gaar vlees
C
Gevogelte
D
Zuivel

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Voor een koud buffet maak je wraps met brie en een notenmelange. Je hebt een recept voor 10 personen. In dit recept staat dat je 150 gram notenmelange nodig hebt. Je verwacht 15 personen. Je gaat het recept omrekenen.
Hoeveel gram notenmelange heb je nodig voor 15 personen?
A
200 gram
B
225 gram
C
250 gram
D
275 gram

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een verschil tussen type 1 en type 2?
A
Type 1 is vaak aangeboren. Type 2 krijg je later
B
Type 1 krijgen alleen oude mensen
C
Bij type 2 krijg je insuline toegediend
D
Bij type 1 helpt gezonde voeding al

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn kenmerken van stimulerende middelen?
A
Geven je een ontspannen gevoel
B
Geven je meer zelfvertrouwen
C
Hartslag en ademhaling worden sneller
D
Maken je rustig en blij.

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Hoe voorkom je hart en vaatziekten?
A
Gezonde leefstijl, niet roken, gezond gewicht, gevarieerd eten
B
Veel vet eten, roken, gewicht maakt niks uit
C
Gezonde leefstijl, niet roken, gezond gewicht, niet gevarieerd eten
D
Vooral gezond eten

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Wat is GEEN risicofactor voor hart- en vaatziekten?
A
veel alcohol drinken
B
veel verzadigd vet eten
C
veel voedingsvezels eten
D
veel zout eten

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Welke bouwstof is belangrijk om te eten als je ondergewicht hebt?
A
Koolhydraten
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Vitamines

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Obesitas wordt morbide obesitas wanneer
A
de BMI hoger is dan 40
B
Obesitas is altijd morbide
C
de BMI hoger is dan 30
D
Mensen graag dik blijven

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Yesim heeft obesitas. Wat klopt over obesitas?
A
BMI is lager dan 18,5- Dit is ondergewicht.
B
BMI is tussen de 18.5 en 25. Dit is een gezond gewicht.
C
BMI tussen de 25-30. Dit is overgewicht. Het is beter om af te vallen.
D
BMI hoger dan 30. Dit is zeer gevaarlijk voor je gezondheid.

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions