les 3
Was machen wir heute?
1. Hausaufgaben besprechen:Herhaal woordjes A
Leer woordjes B - maak ook kaartjes bij woordjes B
Neem alle kaartjes mee naar de les.
Maak oef. 3 en 4 H 3
2. werk met stencils en boek
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
This lesson contains 12 slides, with text slides.
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Was machen wir heute?
1. Hausaufgaben besprechen:Herhaal woordjes A
Leer woordjes B - maak ook kaartjes bij woordjes B
Neem alle kaartjes mee naar de les.
Maak oef. 3 en 4 H 3
2. werk met stencils en boek
Slide 1 - Slide
Übersetze
1. de appel + mv
2. de aardbei
3. de komkommer
4. de vork
5. de wortel
6. de aardappel
7. de groente
8. proeven
9. het avondeten
10. het bolletje
11. de chocola
12. het gebak
13. de kaas
14. de boter
15. de serveerster
16. de lunch
17. het ontbijt
18. het fruit
19. nauwelijks
20. de lepel
21 de sinaasappel
22. het levensmiddel
Slide 2 - Slide
Ein Paar Übungen zum Essen in Deutschland; Übungen auf Papier
Du bekommst jetzt 2 Texte zum Thema Essen.
Slide 3 - Slide
Übung 3 Seite 85
timer
5:00
Slide 4 - Slide
Übung 3 Seite 85
1 Wenn du nicht wenigstens mal probierst, weißt du ja nicht, wie es schmeckt.
2 Was möchtest du gern als Nachtisch, Schokoladenpudding oder ein Eis?
3 Ich kann doch die Suppe nicht mit der Gabel essen, gib mir bitte einen Löffel.
4 Mein Vater kann besser kochen als meine Mutter, aber er macht es nicht sehr gern.
5 Milch muss im Kühlschrank stehen, sonst wird sie schlecht.
6 Ich kann die Gurke und die Tomaten nicht schneiden, das Messer ist nicht scharf.
7 Warum essen viele Kinder Spinat nicht gern? Er ist doch so gesund und so schön grün.
8 Rosenkohl klingt eigentlich wie eine Blume, nicht wie ein Lebensmittel.
Slide 5 - Slide
Übung 4 Seite 85 und Übung 5 Seite 87
1 R
2 F
3 R
4 R
5 R
6 F
7 R
8 F
Slide 6 - Slide
Übung 5 Seite 87
Slide 7 - Slide
Lies jetzt Aufgabe 11 Seite 90
1 Ihre
2 deine
3 unser
4 meine
5 seine
6 unser
7 Ihre
8 eure
Slide 8 - Slide
Übersetze
1. Haar gebak. 9. jullie spruitjes
2. zijn lunch 10. jouw toetje
3. jouw komkommer 11. haar appel
4. mijn groente 12. jouw fruit
5. onze ober
6. uw brood
7. hun jam
8. geen melk
Slide 9 - Slide
Lies jetzt Aufgabe 10 Seite 90
Mache danach Übung 11
timer
5:00
Slide 10 - Slide
Lies jetzt Aufgabe 10 Seite 90
1 Ihre
2 deine
3 unser
4 meine
5 seine
6 unser
7 Ihre
8 eure
Slide 11 - Slide
Hausaufgaben
