Stellingen en quiz

Duurzaamheid
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieSecundair onderwijs

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Duurzaamheid

Slide 1 - Slide

Bedrijven die niet duurzaam werken, zouden hogere belastingen moeten betalen.

Slide 2 - Slide

De productie van vlees moet wereldwijd worden verminderd om klimaatverandering tegen te gaan.

Slide 3 - Slide

Steden moeten meer investeren in openbaar vervoer dan in wegen voor auto's.

Slide 4 - Slide

Duurzaamheid moet een verplicht vak zijn in het onderwijs.

Slide 5 - Slide

De overheid moet subsidies geven aan huishoudens die hun huizen energiezuinig maken.

Slide 6 - Slide

Recycling is niet genoeg; we moeten onze consumptie drastisch verminderen.

Slide 7 - Slide

De overheid moet strengere regels invoeren om klimaatverandering tegen te gaan.

Slide 8 - Slide

Kernenergie is een noodzakelijke oplossing voor onze energieproblemen.

Slide 9 - Slide

De landbouwsector moet volledig overschakelen op biologische methoden.

Slide 10 - Slide

Klaar voor de quiz?

Slide 11 - Slide

Wat is het belangrijkste verschil tussen 'cradle to grave' en 'cradle to cradle'?
A
Cradle to grave eindigt met afval, cradle to cradle niet
B
Cradle to cradle eindigt met afval, cradle to grave niet
C
Beide processen eindigen met afval

Slide 12 - Quiz

Wat is recyclage?
A
Het verbranden van afval
B
Het omzetten van afvalmaterialen in nieuwe materialen en producten
C
Het begraven van afval

Slide 13 - Quiz

Wat is een gesloten kringloop in de context van cradle to cradle?
A
Een proces waarbij afval wordt verbrand
B
Een proces waarbij materialen continu worden hergebruikt zonder afval te creëren
C
Een proces waarbij afval wordt begraven

Slide 14 - Quiz

Wat zijn de drie R's van afvalbeheer?
A
Reduce, Reuse, Recycle
B
Reduce, Recycle, Renew
C
Reuse, Recycle, Renew

Slide 15 - Quiz

Wat is een belangrijk doel van recyclage?
A
Hulpbronnen besparen en afval verminderen
B
Meer producten creëren
C
Afval verbranden
D
Voorkomen van hergebruik

Slide 16 - Quiz

Welke van de volgende materialen kan gerecycled worden?
A
Eten
B
Kleding van katoen
C
Papier met inkt
D
Glas en plastic

Slide 17 - Quiz

Wat is circulaire economie?
(er zijn 2 juiste antwoorden)
A
Een systeem zonder afval
B
Herbruik van materialen
C
Lineaire productieprocessen
D
Economie zonder regels

Slide 18 - Quiz

Wat is een voorbeeld van duurzaamheid?
(er zijn 2 juiste antwoorden)
A
Zonne-energie gebruiken
B
Afval scheiden
C
Vervuilende industrieën uitbreiden
D
Plastic weggooien

Slide 19 - Quiz

Waarom is recyclen belangrijk?
(er zijn 2 juiste antwoorden)
A
Maakt producten duurder
B
Bespaar grondstoffen
C
Vermindert afval
D
Verhoogt vervuiling

Slide 20 - Quiz

Wat is een kenmerk van circulaire economie?
(er zijn 2 juiste antwoorden)
A
Eenmalig gebruik
B
Snel produceren
C
Duurzaam ontwerp
D
Levensduur verlengen

Slide 21 - Quiz

Wat is upcycling?
A
Het omzetten van afvalmaterialen in nieuwe producten van lagere kwaliteit
B
Het omzetten van afvalmaterialen in nieuwe producten van hogere kwaliteit
C
Het verbranden van afvalmaterialen

Slide 22 - Quiz

Wat betekent 'biologisch afbreekbaar'?
A
Een materiaal dat kan worden afgebroken door natuurlijke processen
B
Een materiaal dat niet kan worden afgebroken
C
Een materiaal dat alleen kan worden verbrand

Slide 23 - Quiz

Wat zijn de voordelen van cradle to cradle ontwerp voor bedrijven?
A
Kostenbesparing, verhoogde merkwaarde, voldoen aan regelgeving
B
Verhoogde afvalproductie, hogere kosten
C
Geen voordelen

Slide 24 - Quiz

Wat is een ecologische voetafdruk?
A
De impact van menselijke activiteiten op de aarde
B
De economische kosten van een product
C
De sociale impact van een product

Slide 25 - Quiz

Hoe kan consumentenbewustzijn bijdragen aan cradle to cradle principes?
A
Door bewuste keuzes te maken en duurzame producten te kopen
B
Door producten te kopen die niet recyclebaar zijn
C
Door geen aandacht te besteden aan duurzaamheid

Slide 26 - Quiz