1tl h1 werkwoorden scheidbaar

Nederlands 
Scheidbare werkwoorden
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Nederlands 
Scheidbare werkwoorden

Slide 1 - Slide

Grammatica

Slide 2 - Slide

Lopen, nakijken, gapen, skateboarden en invullen zijn voorbeelden van:
A
bijvoeglijke naamwoorden
B
werkwoorden
C
zelfstandige naamwoorden

Slide 3 - Quiz

Maak zoveel mogelijk nieuwe werkwoorden
passen
schuiven
drinken
pakken
nemen
bellen
maken
in
op
aan
af
uit
voor

Slide 4 - Drag question

Wat is het splitsbare werkwoord in de zin: Ik kan niet meer, ik geef het op.
A
kan meer
B
geef op

Slide 5 - Quiz

Wat is het splitsbare werkwoord in de zin: Van het geld van mijn krantenwijk blijft niets over!
A
blijft niets
B
blijft over

Slide 6 - Quiz

Wat is het splitsbare werkwoord in de zin: Kun jij deze sierletters namaken?
A
namaken
B
kun maken

Slide 7 - Quiz

Welke is een scheidbaar werkwoord?
A
vergeten
B
voorstellen

Slide 8 - Quiz

Welke is een scheidbaar werkwoord?
A
Goedkeuren
B
Vergeten

Slide 9 - Quiz

Voetballen, terugvinden, stilzetten, indutten.
Welk werkwoord is niet scheidbaar?
A
voetballen
B
terugvinden
C
stilzetten
D
indutten

Slide 10 - Quiz