Oefening (in drietallen en klassikaal)
1. Eentje neemt een situatie in gedachten die hij of zij wil veranderen maar dat lukt op dit moment niet zo best. Denk aan: meer opruimen, minder geld uitgeven aan kleding, vaker sporten etc.
Een ander is de coach: die gaat open vragen stellen (minimaal 5). Probeer ook een reflectie te geven.
De 3e persoon observeert en noteert de verandertaal. (taal coachee)
(Optie) 2. Wisselen van rollen zodat iedereen aan de beurt komt.
3. Zet nu alle verandertaal die je hebt gehoord in jullie gesprekken op een groot vel of vertel het in de les
(Optie)4. Geef je vel aan een ander trio en benoem de soort verandertaal.