16.3 eiwitten

16.3 eiwitten
Startopdracht
uitleg 16.3
Zelfstandig aan het werk
1 / 14
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 85 min

Items in this lesson

16.3 eiwitten
Startopdracht
uitleg 16.3
Zelfstandig aan het werk

Slide 1 - Slide

startopdracht
  1. Wat is een vet?
  2. Wat is een koolhydraat?
  3. Hoe ziet een eiwit eruit? (denk aan karakteristieke groepen en monomeren)
  4. Wat is de functie van een eiwit?
  5. Hoe heet de binding in een eiwit?

timer
10:00

Slide 2 - Slide

startopdracht antwoorden
  1. Wat is een vet? Functie: brandstof. Bestaat uit glycerol en vetzuren
  2. Wat is een koolhydraat? Functie: brandstof. Bestaat uit ringvormige eenheden van 5 of 6 atomen.  
  3. Hoe ziet een eiwit eruit? (denk aan karakteristieke groepen en monomeren) Ook wel enzymen genoemd, bestaat uit aminozuren,, deze hebben een zuurgroep en een amine groep.
  4. Wat is de functie van een eiwit? bouwstof, transport stoffen, communicatie, versnellen reacties.
  5. Hoe heet de binding in een eiwit? peptidebinding

Slide 3 - Slide

Eiwitten
Gebruik binastabel 67H om van het onderstaande eiwit te bepalen uit welke aminozuren het bestaat.

Slide 4 - Slide

Eiwitten
Gebruik binastabel 67H om van het onderstaande eiwit te bepalen uit welke aminozuren het bestaat.
Serine - Glycine - Tyrosine - Alanine - Leucine

Slide 5 - Slide

Eiwitten reacties
Vorming eiwit = polycondensatie
poly = veel/meer
condensatie = reactie waarbij water vrijkomt

Slide 6 - Slide

eiwitten reacties
Afbraak eiwitten = hydrolysereactie = water nodig

Slide 7 - Slide

Naamgeving eiwitten
Volgorde: aminozuur met de vrije NH2 groep staat links.
Dan 3 letterafkortingen van links naar rechts met een streepje.
Voorbeeld: 
Serine - Glycine - Tyrosine - Alanine - Leucine
Ser-Gly-Tyr-Ala-Leu

Slide 8 - Slide

molecuulstructuur eiwit
4 structuren: primair, secundair, tertiair, quaternair.

Primair: volgorde en aantal verschillende aminozuren 

Slide 9 - Slide

secundaire structuur
Tussen de aminozuren ontstaan waterstofbruggen
Afhankelijk van hoe krijg je een 
spiraalstructuur (alfa-helix) 
of plaatstructuur (beta-sheet)

Slide 10 - Slide

Tertiaire structuur
Afhankelijk van H-bruggen, 
hydrofobe karakter van 
de restgroepen, 
zwavelbruggen. 

Denatureren: afbraak structuur
door bv temperatuur

Slide 11 - Slide

Quaternaire structuur
Meerdere ketens die in elkaar verstrengeld zijn.
Voorbeeld: hemoglobine (4 ketens)

Slide 12 - Slide

Samenvattend

Slide 13 - Slide

Zelfstandig aan het werk
Maken opdrachten 16.3 (blz. 63):

13-20

Klaar? maak een start met 16.4

Slide 14 - Slide