01. H3.1 marketingmix (20-11)

Aanpak hoofdstuk 3
  • Opgaven digitaal maken
  • Tijdens de les aantekeningen maken (in je boek)
  • Rekentrainer digitaal én in je boek (zitten verschillen in)
1 / 32
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1,2

This lesson contains 32 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Aanpak hoofdstuk 3
  • Opgaven digitaal maken
  • Tijdens de les aantekeningen maken (in je boek)
  • Rekentrainer digitaal én in je boek (zitten verschillen in)

Slide 1 - Slide

H3 De winkel in
(KGT Paragraaf 1 / B paragraaf 1)
Winkelen /  De kunst van het verkopen

Slide 2 - Slide

Vandaag
Uitleg andere aanpak hoofdstuk 3
Hoofdstuk 3 paragraaf 1
Vragen beantwoorden
Aan de slag
Huiswerk

Ik heb klaar liggen: 
  • rekenmachine,
  • pen,
  • papier.

Slide 3 - Slide

Openen opdracht
  • Teams
  • Tegel Economie
  • Opdracht
  • Openen document

Tijdens de les geef je antwoord op de doelen.
Einde les antwoord in LessonUp zetten.

Slide 4 - Slide

Volgorde hoofdstuk 3
B
KGT
§ 1
§ 1
§ 2
§ 5
§ 3
§ 2
§ 4
§ 3
-
§ 4
§ 5
§ 6
20-11
21-11
27-11
28-11
4-12
5-12
Maandag 18 december
Toets hoofdstuk 3

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Doel §1:
  • (B) Ik kan uitleggen wat marketing is.
  • (KGT) Ik kan uitleggen waarmee je rekening moet houden bij het openen van een winkel.

Slide 7 - Slide

Verkopen
  • Marketing = alles wat een bedrijf doet om een product te verkopen
  • Marketingmix = de combinatie van de 5 p's. (BIj E&O 6!!! P's)

Slide 8 - Slide

Marketingmix

Slide 9 - Slide

Marketingmix E&O

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Marketingmix --> 4 / 5 / 6 p's
1. Productbeleid (welk product lever ik en welke kwaliteit, etc.)
2. Prijsbeleid (welke prijs geven we het product, korting)
3. Plaatsbeleid (waar verkoop ik mijn product, winkel/internet)
4. Promotiebeleid (hoe zorg ik dat de klant mijn product kent, reclame)
5. (KGT) Personeelsbeleid (hoe wordt er met de klant omgegaan)
6. (E&O) Presentatiebeleid (hoe laat ik het zien)

Slide 14 - Slide

Verschil winkelconcept en winkelformule
  • Winkelconcept
     
    = opzet voor een winkel die daarna wordt uitgewerkt in de winkelformule. 
  • Winkelformule
     
    = de manier waarop je de doelgroep probeert te bereiken en aan je winkel te binden.
 
  • Doelgroep = het deel van de markt waarop een bedrijf zich richt en dat zij tot klant wil maken.
  • Marktpositie = plaats die die de winkel op de markt inneemt ten opzichte van zijn concurrenten

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Prijs
  1. Servicesupermarkt (hoge prijs)
  2. Discountsupermarkt (lage prijs)
  3. Value-for-moneysupermarkt (gemiddelde prijs)

Slide 18 - Slide

Plaats
  1. A1-locatie = Winkelgebieden in de binnenstad
  2. A2- locatie = Winkels aan de rand van de binnenstad.
  3. B-locatie = Winkels liggen ver van de binnenstad af, vaak op het industrieterrein.

Slide 19 - Slide

Marketing

Alles wat een bedrijf doet om zoveel mogelijk producten en diensten te verkopen. Dit gebeurt door het inzetten van de marketingmix

  • Productbeleid: Assortiment, varianten, A/B/C merk en ontwikkelingen.
  • Prijsbeleid: Goedkoop of juist duur neergezet. (Statusartikelen)
  • Plaatsbeleid: Kiezen van de juiste plek, (Fysieke)winkel en internet.
  • Promotiebeleid: Ervoor zorgen dat je de juiste aandacht krijgt.
  • Personeelsbeleid: Kwaliteit van je personeel.
  • (Presentatiebeleid: Imago, huisstijl en manier van presenteren.)






Slide 20 - Slide

Rekentrainer
Soms wordt een product goedkoper. Dan krijg je korting.
Soms wordt een product duurder. Dat is een prijsverhoging.

Prijzen veranderen vaak met een bepaald procent.

Slide 21 - Slide

Rekenvaardigheden
Ik heb klaar liggen: 
  • rekenmachine,
  • pen,
  • papier.

Slide 22 - Slide

Uitleg procenten
1 procent (1%) is 1 honderdste deel.
  
Stap 1: Deel het beginbedrag door 100.
De uitkomst is 1% van het beginbedrag.

Stap 2: Vermenigvuldig de uitkomst van stap 1 met het percentage van de korting of van de verhoging.
Of gebruik de tabel!

Slide 23 - Slide

Procenten
Procent
100%
Bedrag in €
  • Rente
  • BTW
  • Toename/afname bv korting
  • enz.
Berekenen dmv: 
  • tabel
  • formule

Slide 24 - Slide

Korting
Procent
100%
1
20
Bedrag in €
80
??
In de winkel hangt een mooie spijkerbroek voor € 80. Hij is nu in de aanbieding; je krijgt 20 % korting. Hoeveel betaal je nu voor de broek?
: 100
x 20

Slide 25 - Slide

Rente
Procent
100%
1
20
Aantal
16.000
??
Een autofabrikant zag vorig jaar de productie van elektrische auto’s met ruim 40 procent stijgen tot 16.000 stuks. Voor dit jaar verwacht de fabrikant een verdere stijging van de productie met 20 procent.
: 100
x 20

Slide 26 - Slide

Korting
Procent
100%
1
20
Bedrag in €
80
16
In de winkel hangt een mooie spijkerbroek voor € 80. Hij is nu in de aanbieding; je krijgt 20 % korting. Hoeveel betaal je nu voor de broek?

: 100
x 20
Antwoord: Je betaalt nu € ....... voor de broek.
: 100
x 20

Slide 27 - Slide

Voorbeeld
Voorbeeld: Een jeans kost € 59. Je krijgt nu een korting van 15%.
Wat moet je nog betalen voor de jeans?

Stap 1: Deel het beginbedrag door 100.
€ 59 : 100 = € 0,59
Stap 2: Vermenigvuldig de uitkomst met het percentage van de korting.
€ 0,59 × 15 = € 8,85
Je betaalt nu nog € 50,15 voor de jeans.

Slide 28 - Slide


BK

Maken Hoofdstuk 3:
paragraaf 1

(incl rekentrainer)


KGT

Maken Hoofdstuk 3:
paragraaf 1

(incl rekentrainer)

Huiswerk 21 november

Slide 29 - Slide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 30 - Slide


Antwoord lesdoel(en)

Slide 31 - Open question

Doel
  • Je leert hoe winkeliers proberen zoveel mogelijk producten te verkopen.
  • Je kunt  uitleggen wat de marketingmix is.

Slide 32 - Slide