Persoonlijke voornaamwoorden Engels

unit 5                 Food 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

unit 5                 Food 

Slide 1 - Slide

Unit 5               Food 

Slide 2 - Slide

Lees de tekst nog eens. 
Staan er nieuwe woorden in? 

(Woorden die je niet kent, voor het eerst ziet of waar je 
de betekenis niet weet) 

Maak een lijstje in je schrift. 

Slide 3 - Slide

Wat eet Amita niet? Waarom niet?

Slide 4 - Open question

What's your favourite food?

Slide 5 - Slide

Which food don't you like?

Slide 6 - Mind map

Which food do you like?

Slide 7 - Mind map

To do:
Take your Workbook B, p. 12
Have a look at exercise 8
Wait for instructions before you start!

Slide 8 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 9 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden
ik
I
jij
you
hij
he
zij
she
het
it
wij
we
jullie
you
zij
they 
mij
me
jou
you
hem
him
haar
her
het
it
ons
us
jullie
you
hen
them

Slide 10 - Slide

Vul het goede persoonlijke voornaamwoord in:
Peter loves ____ (Anne)
A
her
B
his
C
you
D
we

Slide 11 - Quiz

Persoonlijk voornaamwoord:
Do you like your girlfriend? Do you like .....?
A
she
B
he
C
him
D
her

Slide 12 - Quiz

We gave him the money and he gave .......... the candy.
A
him
B
them
C
her
D
us

Slide 13 - Quiz

They were really angry at .....(we)
A
us
B
them
C
her
D
him

Slide 14 - Quiz

My mom doesn't like ....(they)
A
us
B
them
C
her
D
him

Slide 15 - Quiz

To do:
Make exercise 8A and 8B in your workbook.
Read the words Lesson 1, p. 104 
Make exercises 5 and 6 (WB p.10, 11),
and exercises 2, 3, and 4 (p.8-10)

Slide 16 - Slide