week 1, les 2

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Mevrouw de Cuba

Regels 

Ik behandel anderen met respect zoals ik zelf behandeld wil worden

In de klas praat ik zachtjes met andere leerlingen

Als een ander praat ben ik stil

We steken onze vinger op als we iets willen zeggen of als we een vraag hebben

Aspraken

Muziek luisteren? 

1 playlist maken en ik wil het niet meer zien.

Geen hw of geen opdrachten maken?

Exra odrachten en woorden overschrijven 

Geen hw en ook geen opdrachten maken?Na school nablijven.

Niet aanwezig? bekijk lessonup en maak opdrachten

Praten?

Waarschuwing 1 : In de pauze

Waarschuwing 2: Na school

Waarschuwing 3: Uit de les en gaan melden.

Hw wordt per week gecontroleerd. 

El programa de hoy

• 5 min - Bienvenidos
• 5 min - los ejercicios de ayer
• 10 min  -  Escuchar 


• 15 min  - Los verbos regulares 
• 10 min  - Vocabulario



• 25 min  - El pretérito perfecto
• Los deberes 

Vamos a corregir

                                     WB 'adiós a las vacaciones' 

                                              Ejercicio 1, 2, 4 y 5

¿hay preguntas?

10 min - Escuchar 

¿Qué? WB p. 7 ejercicio 4 y 5

 ¿Cómo? Individualmente

¿Tiempo? 10 min

¿Meta? Practicar con la comprensión auditiva

¿Listo? buscar las frases clave. 

¿hay preguntas? 

Vervoeg het ww op de juiste manier.
Ella (hablar) español

1. hables
2. hablas
3. hable
4. habla

La chica y yo (vivir) __ en Madrid.

1. vivimos
2. vivís
3. vivemos
4. viven

Yo................(hablar) español.

1. hable
2. hablas
3. habláis
4. hablo

Tú ......................(vivir) en Amersfoort

1. vivas
2. vives
3. vivis
4. vivéis

Nosotros..................(estudiar) en el Farel College

1. estudamos
2. estudáis
3. estudiamos
4. estudiáis

María y yo...............................(comer) paella.

1. como
2. comemos
3. come

Felipe y tú........................(comer) un helado

1. coméis
2. comen
3. comes

15 min - Hacer los ejericios 

¿Qué?      WB p. 15 ejercicio 12  
               

¿Cómo?          Individualmente

¿Tiempo?       15 min 

¿Meta?            Practicar con el presente 

¿Listo? Verbuga 'werkwoorden' : Comer, hablar, vivir, trabajar, beber, escribir. 

'tijden' presente 

10 min - Vocabulario

¿Qué? WB p. 7 y 10 ejercicio 3 y 8

 ¿Cómo? Individualmente

¿Tiempo? 10 min

¿Meta? Practicar con el vocabulario

¿Listo? WRTS. 

¿hay preguntas? 

Pretérito Perfecto

Pretérito perfecto

• Gebruik: Jet vertelt wat in het verleden
  gebeurd is maar de periode waarin het plaatsvond is nog niet afgesloten. 
• De perfecto bestaat altijd uit het hulpwerkwoord 'haber' 
• Haber: he, has, ha, hemos, habéis, han 
• Er mag nooit iets tussen de pretérito perfecto komen.
   he nadado, has visto, hemos vuelto etc. (hier kan niks tussen)
• Gebruik wederkerend werkwoord (me, te, se, nos, os, se)
    Me he levantado, te has acostado, se han dormido
• Zorg dat je ook de onregelmatige deelwoorden leert. 

Voorbeeld: Esta mañana he desayunado . 

Vanochtend heb ik ontbeten. 

Pretérito perfecto

Werkwoorden op -ar                           -ado

Werkwoorden op -er                           -ido

Werkwoorden op -ir                             -ido

Abrir	abierto
volver	vuelto
poner	puesto
morir	muerto
decir	dicho
hacer	hecho
cubrir	cubierto
romper	roto
ver	visto

Het hulpwerkwoord voor de
presente perfecto is...

1. hace
2. hacer
3. hader
4. haber

De perfecto van estar=

1. estido
2. estedo
3. estado

Perfecto: Comer

1. Comido
2. Comado
3. Comedo

Wat is een voorbeeld van de perfecto?

1. trabajo
2. he trabajado
3. trabajé
4. estoy trabajando

Perfecto: Ir (ellas)

1. Ha isto
2. Han ido
3. Hemos isto
4. Habéis ido

Perfecto: Surfear(tú)

1. He surfeado
2. Ha surfeido
3. Has surfeado
4. Has surfeido

Practicar el pretérito perfecto

Klik hier en maak onderstaande opdrachten

Opdracht 1: Combineer de meest logische zinnen.

Opdracht 2: Vul het deelwoord in (-ADO / -IDO)

Opdracht 3: Memorie, zoek het onregelmatige deelwoord bij het hele ww.

Opdracht 4: Vervoeg de werkwoorden naar de pretérito perfecto 
                           (vergeet de juiste vorm van haber niet!)

Los deberes

Evt afmaken: 

WB p. 7 y 9/10 ejercicio  3, 7 y 8

WB p. 15 ejercicio 12 'repasa'