Triage ouderavond

Triage les
1 / 22
next
Slide 1: Slide
triageMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Triage les

Slide 1 - Slide

Wat betekent influenza?
A
Griep
B
Koorts
C
Verkoudheid
D
Hoofdpijn

Slide 2 - Quiz

Waar leven teken?
A
In bomen
B
In het water
C
In het gras en bomen
D
In het gras en struiken

Slide 3 - Quiz

Oraal is via de anus?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Voor welke kinderziekte staat het latijnse woord varicella?
A
Waterpokken
B
Rode hond
C
Roodvonk
D
De zesde ziekte

Slide 5 - Quiz

Pneumonie betekent
uitdroging?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Wat is koorts?
A
Ziekte
B
Een uiting
C
Infectie
D
Uitdroging

Slide 7 - Quiz

De vijfde ziekte, rode hond + waterpokkken geeft een risico voor zwangere vrouwen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Wat zijn petechiën?
A
Weg drukbare vlekjes
B
Rode vlekjes
C
Niet wegdrukbare vlekjes
D
Rode lijntjes in de huid

Slide 9 - Quiz

Staat BMR voor bof, mazelen, roodvonk?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat betekent het latijnse sepsis?
A
Bloedstolling
B
Bloeduitstorting
C
Spataderen
D
Bloedvergiftiging

Slide 11 - Quiz

Welke worm zie je op het plaatje?


A
Aarsmade
B
Lintworm
C
Spoelworm

Slide 12 - Quiz

Is meningitis hersenvliesontsteking?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Wat is de eerste stap in het triage gesprek?
A
NAW-gegevens
B
Heeft u een voorgeschiedenis?
C
Fijne dag nog!
D
Waar heeft u last van?

Slide 14 - Quiz

Worden de griepvaccinaties in oktober voor iedereen gratis gegeven?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Welke urgentie heeft de kleur oranje?
A
Dringend
B
Advies
C
Spoed
D
Levensbedreigend

Slide 16 - Quiz

Wat zie je op dit plaatje?
A
Blaren
B
Wondroos
C
Gordelroos
D
Brandwond

Slide 17 - Quiz

Wat voor formulier gebruiken we tijdens het triage gesprek?
A
Soep-formulier
B
Beoordelingsformulier
C
ABCDE-formulier
D
Een aftekenkaart

Slide 18 - Quiz

Wat is de eerste stap als je een bloedneus hebt?
A
Neus snuiten
B
Neus dicht knijpen
C
Achterover hangen

Slide 19 - Quiz

Wat is algehele
malaise?
A
Je voelt je niet goed maar je weet de oorzaak niet
B
Je heel goed voelen
C
Niet lekker voelen
D
Uitval van lichaamsdelen

Slide 20 - Quiz

Wat zijn de bekendste NSAID's (ontstekingsremmers)?
A
Ibuprofen
B
Diclofenac
C
Paracetamol
D
Naproxen

Slide 21 - Quiz

Einde

Slide 22 - Slide