Meewerkend voorwerp

Meewerkend voorwerp
Leestekens, woordsoorten en zinsdelen.
1 / 24
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Meewerkend voorwerp
Leestekens, woordsoorten en zinsdelen.

Slide 1 - Slide

Meewerkend voorwerp
'Hij geeft de voetbal aan Stan'

Slide 2 - Slide

Lieke zingt vanmiddag in de woonkamer een liedje voor haar oom.

Wat is de persoonsvorm?

Slide 3 - Open question

Lieke zingt vanmiddag in de woonkamer een liedje voor haar oom.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 4 - Open question

Lieke zingt vanmiddag in de woonkamer een liedje voor haar oom.

Wat is het onderwerp?

Slide 5 - Open question

Lieke zingt vanmiddag in de woonkamer een liedje voor haar oom.

Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 6 - Open question

Lieke zingt vanmiddag in de woonkamer een liedje voor haar oom.

Noem de bepaling van plaats?

Slide 7 - Open question

Lieke zingt vanmiddag in de woonkamer een liedje voor haar oom.

Noem de bepaling van tijd?

Slide 8 - Open question

Leestekens

In de zin missen de leestekens. Welk antwoord is juist?

A
'Ik ken de volgende drie Zuid-Amerikaanse landen: Peru, Brazilië en Argentinië,' zegt Pieter.
B
'Ik ken de volgende drie Zuid-amerikaanse landen Peru, Brazilië en Argentinië,' zegt Pieter.
C
Ik ken de volgende drie Zuid-Amerikaanse landen Peru, Brazilië en Argentinië zegt Pieter.
D
'Ik ken de volgende drie zuid-amerikaanse landen: peru, brazilië en argentinië,' zegt pieter.

Slide 9 - Quiz

Woordsoorten
'Ik ken de volgende drie Zuid-Amerikaanse landen: Peru, Brazilië en Argentinië,' zegt Pieter. 
'Ken jij er nog meer, Claudia?' vraagt Eva.
Ze antwoordt: 'Ik denk aan Chili, want daar komt mijn familie vandaan.' 
'Ik ben daar nog nooit geweest,' zegt Eva.

Slide 10 - Slide

Het meewerkend voorwerp kun je vinden door een antwoord te geven op de volgende vraag:
....... + persoonsvorm + onderwerp + rest van de werkwoorden?

Slide 11 - Open question

Maandag hebben wij hem thuis het nieuws gemeld.

Wat is de persoonsvorm?

Slide 12 - Open question

Maandag hebben wij hem thuis het nieuws gemeld.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 13 - Open question

Maandag hebben wij hem thuis het nieuws gemeld.

Wat is het onderwerp?

Slide 14 - Open question

Maandag hebben wij hem thuis het nieuws gemeld.

Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 15 - Open question

Maandag hebben wij hem thuis het nieuws gemeld.

Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 16 - Open question

'Ik leen mijn fiets aan mijn vriend uit'.

Wat is het meewerkend voorwerp?
A
mijn fiets
B
ik
C
aan mijn vriend
D
er is geen meewerkend voorwerp

Slide 17 - Quiz

'Vader heeft voor zijn kinderen een auto gekocht'.
Wat is het meewerkend voorwerp?
A
Vader
B
voor zijn kinderen
C
Er is geen meewerkend voorwerp
D
een auto

Slide 18 - Quiz

'Aan Eva hebben wij een poppenhuis cadeau gegeven'.
Wat is het meewerkend voorwerp?
A
hebben gegeven
B
wij
C
een poppenhuis
D
Aan Eva

Slide 19 - Quiz

'Zij heeft haar zoon een fiets gegeven'.

Wat is het meewerkend voorwerp?
A
Zij
B
een fiets
C
haar zoon
D
Er is geen meewerkend voorwerp.

Slide 20 - Quiz

'De vrolijke man wijst mij de weg'.

Wat is het meewerkend voorwerp?
A
De vrolijke man
B
de weg
C
mij
D
Er is geen meewerkend voorwerp.

Slide 21 - Quiz

Oefendictee

Slide 22 - Slide

Oefendictee + Nabespreking
essentiële
het object
het zonnestelsel

1. Hij heeft door de ruimte gezweefd.
2. Ik stuur je vandaag informatie over de expositie.
3. De wetenschapper laat ons als verrassing praten over de cyclus van de maan zien. 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide