Signaalwoorden en tekstverbanden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Nederlands

Nederlands

signaalwoorden en tekstverbanden

Verbanden en signaalwoorden

Doelen van de les:
- je kunt signaalwoorden herkennen
- je kunt zins- en alineaverbanden herkennen
(door de signaalwoorden op te sporen)

0

Oefenen

We gaan nu oefenen. 

Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?

Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.

opsomming

tegenstelling

tijdsvolgorde

echter

maar

ook

nadat

daarnaast

terwijl

Om mijn Engels te verbeteren, gebruik ik een online cursus Engels.

1. oorzaak/gevolg
2. reden
3. doel/middel
4. toelichting

Wat is GEEN functie van signaalwoorden in een tekst?

1. Signaalwoorden helpen de lezer.
2. Signaalwoorden geven de kern van de tekst weer.
3. Signaalwoorden zorgen voor samenhang.
4. Signaalwoorden geven structuur aan een tekst.

Wat is geen functie van signaalwoorden
in een tekst?
Meerdere antwoorden mogelijk!

1. Signaalwoorden helpen de lezer.
2. Signaalwoorden geven de kern van de tekst weer.
3. Signaalwoorden zorgen voor samenhang.
4. Signaalwoorden geven het onderwerp aan in een tekst.

Signaalwoorden: Eerst, daarna, vervolgens horen bij:

1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. voorwaarde

De schrijver gebruikt bij het beschrijven van stappen de signaalwoorden eerst, vervolgens, daarna en tenslotte.
Met deze signaalwoorden wordt .. ...... beschreven.

1. de tegenstelling
2. de volgorde

signaalwoorden zorgen voor...

1. het verbinden van stukken tekst
2. een conclusie
3. een opsomming

 Hoe mag je signaalwoorden ook noemen?

1. verbindingswoorden
2. verwijswoorden
3. synoniemen
4. werkwoorden

Voordat Peter naar school gaat, ontbijt hij met zijn moeder. Daarna vertrekt hij naar zijn vriend.

1. opsommend tekstverband
2. tijdsvolgorde
3. tegenstellend tekstverband
4. doel/middel verband

Net als in veel landen is het in Nederland verboden mensen te discrimineren op grond van ras.

1. vergelijkend
2. oorzaak/gevolg
3. toelichtend
4. voorwaardelijk

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.

1. tijdsvolgorde (chronologie)
2. oorzaak-gevolg
3. voorwaarde
4. reden

Vanwege het lawinegevaar konden we niet gaan langlaufen.

1. oorzaak/gevolg
2. tijdsvolgorde
3. tegenstellend
4. concluderend

Weet je nu wat signaalwoorden zijn?

1. Ja!
2. Nee
3. Een beetje