Bloed en Bloedsomloop

Hoofdstuk 9 Bloed
 
Biologieboek B


na de 5 min:
zit je op je plek 
boek en pen op tafel
telefoon op stil en in de tas
timer
5:00
1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 9 Bloed
 
Biologieboek B


na de 5 min:
zit je op je plek 
boek en pen op tafel
telefoon op stil en in de tas
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Bloed en bloedsomloop
Transport

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag
Klein stukje theorie van het nieuwe Hoofdstuk 9 van boek B
  •  Je leert waaruit je bloed bestaat
  •  Je leert de 4 taken van het bloed
Aan de slag met opdracht: vervoer van stoffen (in tweetallen)



Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat zit er in je bloed?

Slide 5 - Slide

Bloedplasma
7% eiwitten (waaronder fibrinogeen)
veel opgeloste stoffen: voeding, afval(co2) hormonen, enzymen, antistoffen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

In de zwart gekleurde delen van 
het skelet zit rood beenmerg.
Bloedcellen ontstaan uit stamcellen in het rode beenmerg.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Rode bloedcellen
  • Ronde schijfjes
  • Geen celkern
  • Zuurstof transport
  • Bevat rode kleurstof   hemoglobine (ijzer)
  • Heel erg veel

Slide 12 - Slide

Witte bloedcellen
  • Hebben een celkern
  • Hebben geen vaste vorm,    kunnen daardoor overal komen.
  • Zoeken naar indringers vernietigen deze.
  • Vaak gaat witte bloedcel hierbij dood (= pus).

Slide 13 - Slide

Witte bloedcellen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Bloedplaatjes
De bloedplaatjes kleven vast aan de wand en vormen een bloedpropje.

Uit het beschadigde weefsel en uit de bloedplaatjes komen stoffen vrij die een netwerk van draden over de wond vormen en daarmee afsluiten (bloedstolsels).

Slide 16 - Slide

Bloedstolling

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video



Hart-longen-hart = kleine bloedsomloop

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide



Hart-organen-hart = grote bloedsomloop

Slide 21 - Slide

De poortader
Een uitzondering:

Door de poortader stroomt bloed van de dunne darm naar de lever. Het bloed is zuurstofarm omdat er al zuurstof verbruikt is door de dunne darm. Het bloed is wel rijk aan voedingsstoffen. 

De lever kan voedingsstoffen tijdelijk opslaan. De lever heeft zelf ook zuurstof nodig. Dit krijgt de lever van de leverslagader. 

De leverader vervoert de afvalstoffen en koolstofdioxide terug richting het hart.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Hoofdstuk 9 Bloed
 
Biologieboek B


na de 5 min:
zit je op je plek 
boek en pen op tafel
telefoon op stil en in de tas
timer
4:00

Slide 25 - Slide

Wat gaan we doen vandaag
Herhalen H 9.1 t/m 9.3
Filmpje: Hartinfarct
Aan de slag met opdrachten en samenvatting

Slide 26 - Slide

Bloed: onderdelen en de taak die ze uitvoeren (blz. 11)

Slide 27 - Slide

Hoe stroomt het bloed 
door je hart? (blz. 19)
Longen?
overige organen?
Kleine bloedsomloop?
Grote bloedsomloop?
Zuurstofrijk?
Slagader?
Ader?
Haarvaten?

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

longslagader
1
aorta
2

Slide 31 - Slide

Boezems trekken samen
  • Het bloed wordt van de boezems naar de kamers gepompt
  • De hartkleppen zijn open
  • De slagaderkleppen zijn dicht
open
open

Slide 32 - Slide

Kamers trekken samen
  • Bloed wordt van de kamers in de longslagader en de aorta gepompt
  • De slagaderkleppen gaan open
  • De hartkleppen gaan dicht
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
dicht
dicht

Slide 33 - Slide

Hartpauze
  • De hartspier is ontspannen
  • De hartkleppen gaan open
  • De slagaderkleppen gaan dicht
  • bloed stroomt uit de holle ader en longader in de boezem

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Link

Hartinfarct 

Slide 36 - Slide

Aan de slag
Blz. 35 Opdracht 13, 14, 15, 16 

Corrigeren opdrachten H. 9.3

KLaar: dan blz. 54 Zelf samenvatten: 
9.1 Bloed
9.2 Bloed stroomt
9.3 Het hart klopt

klaar: corrigeren

Slide 37 - Slide