This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
zoutformule met samengestelde ionen
In de vorige les heb je gezien hoe je zoutformules opstelt met enkelvoudige ionen. Deze ionen bestaan uit één atoom.
Er zijn ook samengestelde ionen. Dit is een groepje atomen dat samen een lading heeft. In deze les leer je zoutformules opstellen met samengestelde ionen.
Slide 2 - Slide
herhaling
Slide 3 - Slide
Schrijf de naam van het zout op.
Schrijf de ionen met ladingen in symbolen.
Bereken de verhouding van de ladingen, zodat het samen 0 is.
Schrijf de verhoudingsformule op.
Schrijf de zoutformule op zonder ladingen en met de fase.
Hoe stel je een zoutformule op?
herhaling
Slide 4 - Slide
Geef de verhoudingsformule van: 1. aluminiumoxide 2. uraan(VI)fluoride
Al2O3
Slide 5 - Open question
samengestelde ionen
bestaan uit groepjes atomen die samen een lading hebben.
kan positief of negatief geladen zijn.
bijv NO3- ,OH- ,PO43-, NH4+
uitleg nieuwe stof
Slide 6 - Slide
Wat betekent het getal 4 in
A
het ion heeft 4x een lading 3-
B
het ion heeft 4 zuurstofatomen
C
er zijn 4 fosfaat-ionen
D
het ion heeft een negatieve lading van 4
Slide 7 - Quiz
welke lading heeft dit samengestelde ion?
A
3-
B
4-
C
12-
D
3/4 -
Slide 8 - Quiz
wat is de formule van sulfaat?
A
SO32−
B
SO3−
C
SO42−
D
SO4−
Slide 9 - Quiz
Wat is de formule van nitraat?
A
NO32−
B
NO3−
C
NO22−
D
NO2−
Slide 10 - Quiz
nitraat-ion
ammonium-ion
hydroxide‑ion
fosfaat-ion
carbonaat-ion
CO32-
PO43-
OH-
NH4+
NO3-
Slide 11 - Drag question
Slide 12 - Slide
Uitlegfilmpje
In het filmpje op de volgende slide zie je hoe je een verhoudingsformule opstelt met een samengesteld ion.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Zo doe je dat!
Op de volgende twee dia's zie je nog twee voorbeelden van het opstellen van een verhoudingsformule
Slide 15 - Slide
Dit zout bestaat uit twee samengestelde ionen:
3 : 1
NH4+
PO43−
(NH4+)3PO43−
(NH4)3PO4
Geef de verhoudingsformule van ammoniumfosfaat
Met de grootte van de blokjes is aangegeven dat een lading van 3- is 3x zo groot als een lading van 1+
Slide 16 - Slide
Opstellen zoutformule:
noteer naam van het zout
zet de ionen in symbolen
zet de lading van de ionen eronder
bereken de verhouding: de totale lading moet nul zijn
schrijf de verhoudingsformule op, gebruik haakjes. Aantallen noteer je rechtsonder
laat het cijfer 1 weg, kijk of de haakjes nodig zijn. schrijf de formule op
schrijf de zoutformule op zonder lading
Voorbeeld 2:
aluminiumsulfaat
Al3+ SO42-
3+ 2-
2 : 3
( Al3+ )2 ( SO42- )3
Al3+2 ( SO42- )3
Al2 ( SO4 )3
Slide 17 - Slide
Wanneer moet je in de formule van een zout haakjes gebruiken?
A
altijd
B
altijd bij enkelvoudige ionen
C
altijd bij samengestelde ionen
D
alleen bij samengestelde ionen die meer dan 1x voorkomen
Slide 18 - Quiz
Wat is de formule van natriumcarbonaat?
A
(Na)2CO3
B
Na2CO32
C
Na2CO3
D
Na2(CO3)2
Slide 19 - Quiz
Wat is de formule van aluminiumhydroxide?
A
AlOH
B
AlOH3
C
AlOH2
D
Al(OH)3
Slide 20 - Quiz
Wat is de formule van ammoniumsulfaat?
A
(NH4)2SO4
B
(NH4)(SO4)
C
NH4SO4
D
NH4(SO4)2
Slide 21 - Quiz
Geef de verhoudingsformule van natriumsulfaat
Slide 22 - Open question
Geef de verhoudingsformule van kopercarbonaat
Slide 23 - Open question
Geef de verhoudingsformule van magnesiumnitriet
Slide 24 - Open question
Wat is de juiste verhoudingsformule van ijzer (III) nitraat ?
A
Fe2(NO3)2
B
Fe(NO3)3
C
Fe(NO3)2
D
FeNO3
Slide 25 - Quiz
Wat is de juiste verhoudingsformule van calciumfosfaat ?
A
Ca3(PO4)2
B
Ca(PO4)3
C
Ca2(PO4)3
D
Ca3PO42
Slide 26 - Quiz
eigen werk
leren:
namen en lading van ALLE ionen H4.1
oefenen:
opgave 1 tm 7
bekijk voor extra uitleg het filmpje in deze gedeelde les