Insulae 2.2

M&Tscience uitleg les §2.2
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

M&Tscience uitleg les §2.2
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Slide

Herhaling paragraaf 2.1

Slide 2 - Slide

Noem zoveel mogelijk stofeigenschappen

Slide 3 - Mind map

Fase van een stof
1. Zoek op wat het smeltpunt is in °C.
2. Zoek op wat het kookpunt is in °C.
3. Zet deze getallen op de juiste plek.




4. Zoek op waar de gevraagde temperatuur staat.
5. Bepaalde fase van de stof. 

Slide 4 - Slide

Laat zien wat de fase van calcium is bij 1221 °C?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Link

Slide 7 - Slide

verdampen
condenseren
stollen
smelten
rijpen
sublimeren
gas
vloeibaar
vast

Slide 8 - Drag question

Doelen
L2 -5 Je kunt werken met formules volgens het stappenplan. 
L2 -6 Je noteert bij dit stappenplan altijd de eenheid bij getallen. 
L2 -7 Je kunt sommige gegevens opzoeken in tabellen in de bijlagen (dichtheid, symbolen, fasen, kleur). 
L2 -8 Je weet wat piramideformules zijn en kunt daarmee werken. 

Slide 9 - Slide

Woordformules

Slide 10 - Slide

Woordformule
Een woordformule is een berekening waarin duidelijk wordt welke grootheden er ingevuld moeten worden. In het voorbeeld, waarin we het oppervlakte van het vierkant berekend hebben, maakten we gebruik van de volgende woordformule:

oppervlakte = lengte x breedte

Slide 11 - Slide

Zoek op: Wat is woordformule voor het berekenen van de afstand??

Slide 12 - Open question

Formule ombouwen
oppervlakte = lengte x breedte
lengte = oppervlakte : breedte
breedte = oppervlakte : lengte

Slide 13 - Slide

Aangezien wetenschappers echt veel liever lui zijn dan moe, kunnen we op het gebied van werken met formules heel veel tijd besparen.

Slide 14 - Slide

Symboolformule
In plaats van woorden zet je nu de symbolen van de grootheden neer.
A = l x b
l = A : b
b = A : l
A
l
b

Slide 15 - Slide

Zoek op: Wat is symboolformule voor het berekenen van druk?

Slide 16 - Open question

Berekening uitvoeren

Slide 17 - Slide

Uitvoeren van een berekening
Altijd via deze stappen
1. Gevraagd?
2. Gegevens?
3. Formule
4. Berekening
5. Antwoord + eenheid

Slide 18 - Slide

Voorbeeldopgave 2
Je kan/moet in je werkboek meeschrijven op blz. 31.

Slide 19 - Slide

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


Voorbeeldopgave 2

Slide 20 - Slide

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


1. Het oppervlakte

Voorbeeld - Gevraagd
1. A?

Slide 21 - Slide

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


1. Het oppervlakte
2. lengte = 50 meter en breedte is 70 meter

Voorbeeld - Gegevens
1. A?
2. l = 50 m en b = 50 m

Slide 22 - Slide

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


1. Het oppervlakte
2. lengte = 50 meter en breedte is 70 meter
3. oppervlakte = lengte x breedte

Voorbeeld - Formule
1. A?
2. l = 50 m en b = 50 m
3. A = l · b

Slide 23 - Slide

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


1. Het oppervlakte
2. lengte = 50 meter en breedte is 70 meter
3. oppervlakte = lengte x breedte
4. oppervlakte = 50 x 70

Voorbeeld - Berekening
1. A?
2. l = 50 m en b = 50 m
3. A = l · b
4. A = 50 · 70

Slide 24 - Slide

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


1. Het oppervlakte
2. lengte = 50 meter en breedte is 70 meter
3. oppervlakte = lengte x breedte
4. oppervlakte = 50 x 70
5. oppervlakte = 3500 m2
Voorbeeld - Antwoord + eenheid
1. A?
2. l = 50 m en b = 50 m
3. A = l · b
4. A = 50 · 70
5. A = 3500 m2

Slide 25 - Slide

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


5. oppervlakte = 3500 m2
Voorbeeld - Antwoord + eenheid
5. A = 3500 m2
Grootheid = waarde + eenheid

Slide 26 - Slide

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


5. oppervlakte = 3500 m2
Voorbeeld - Antwoord + eenheid
Grootheid = waarde + eenheid

Slide 27 - Slide

Zet de stappen van een berekening in de juiste volgorde
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Formule
Berekening
Gegevens
Gevraagd
Antwoord
Eenheid

Slide 28 - Drag question

Laat met een berekening zien hoeveel liter water er in deze balk past.

Slide 29 - Open question


Deze tafel heeft een oppervlakte van 15000 cm2. De breedte van de tafel is 80 cm. Laat met een berekening (volledig!!!) zien wat de lengte is. 

Slide 30 - Open question


Laat met een berekening zien wat de inhoud van deze balk is in liter

Slide 31 - Open question

Kies één van de routes:
Route 1
Zelfstandig §2.2 lezen📚 en luisteren 👂🏽
📝maken opdracht 12 t/m 19
Route 2
Meedoen met uitleg van §2.2 en daarna zelfstandig maken §2.2
Huiswerk
- Maken en nakijken §2.2 opdr. 12 t/m 19
- §2.1 nog niet af? Maken opdracht 1 t/m 11

Slide 32 - Slide

Een balk heeft een lengte van 4 meter, een breedte van 0,3 meter en hoogte van 0,2 meter. Bereken het volume van de balk.

Slide 33 - Open question


Laat met een berekening zien hoe groot het vraagteken moet zijn!

Slide 34 - Open question

Het symbool van straal is r.
De straal van een cirkel is 2 meter.
Bereken het oppervlakte van de cirkel.

Slide 35 - Open question

Huiswerk
Volgende les
  • Maken en nakijken §2.2
  • Opdracht 12 t/m 19

Slide 36 - Slide