H2.1 en H2.2 Stof eigenschappen en formules

Uitleg les §2.1 en 2.2
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Uitleg les §2.1 en 2.2

Slide 1 - Slide

Stofeigenschappen
 

Slide 2 - Slide

Wat zijn stofeigenschappen?

Slide 3 - Open question

Benoem de vier stofeigenschappen.

Slide 4 - Open question

Welke stofeigenschappen zijn er?
Voorbeelden van stofeigenschappen:
  • kleur
  • geur
  • smaak 
  • fase bij kamertemperatuur 
  • smeltpunt en kookpunt
  • brandbaarheid 
  • ontbrandingstemperatuur
  • geleiding
  • dichtheid
  • wel of niet magnetisch

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Link

Slide 8 - Slide

verdampen
condenseren
stollen
smelten
rijpen
sublimeren
gas
vloeibaar
vast

Slide 9 - Drag question

Woordformule
Een woordformule is een berekening waarin duidelijk wordt welke grootheden er ingevuld moeten worden. In het voorbeeld, waarin we het oppervlakte van het vierkant berekend hebben, maakten we gebruik van de volgende woordformule:

oppervlakte = lengte x breedte

Slide 10 - Slide

Zoek op: Wat is woordformule voor het berekenen van de afstand??

Slide 11 - Open question

Formule ombouwen
oppervlakte = lengte x breedte
lengte = oppervlakte : breedte
breedte = oppervlakte : lengte

Slide 12 - Slide

Symboolformule
In plaats van woorden zet je nu de symbolen van de grootheden neer.
A = l x b
l = A : b
b = A : l
A
l
b

Slide 13 - Slide

Zoek op: Wat is symboolformule voor het berekenen van druk?

Slide 14 - Open question

Berekening uitvoeren

Slide 15 - Slide

Uitvoeren van een berekening
Altijd via deze stappen
1. Gevraagd?
2. Gegevens?
3. Formule
4. Berekening
5. Antwoord + eenheid

Slide 16 - Slide

Voorbeeldopgave 2
Je kan/moet in je werkboek meeschrijven op blz. 31.

Slide 17 - Slide

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


Voorbeeldopgave 2

Slide 18 - Slide

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


1. Het oppervlakte
Voorbeeld - Gevraagd

Slide 19 - Slide

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


1. Het oppervlakte
2. lengte = 50 meter en breedte is 70 meter
Voorbeeld - Gegevens

Slide 20 - Slide

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


1. Het oppervlakte
2. lengte = 50 meter en breedte is 70 meter
3. oppervlakte = lengte x breedte
Voorbeeld - Formule

Slide 21 - Slide

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


1. Het oppervlakte
2. lengte = 50 meter en breedte is 70 meter
3. oppervlakte = lengte x breedte
4. oppervlakte = 50 x 70 
Voorbeeld - Berekening

Slide 22 - Slide

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


1. Het oppervlakte
2. lengte = 50 meter en breedte is 70 meter
3. oppervlakte = lengte x breedte
4. oppervlakte = 50 x 70
5. oppervlakte = 3500 m2
Voorbeeld - Antwoord + eenheid

Slide 23 - Slide

Zet de stappen van een berekening in de juiste volgorde
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Formule
Berekening
Gegevens
Gevraagd
Antwoord
Eenheid

Slide 24 - Drag question

Laat met een berekening zien hoeveel liter water er in deze balk past.

Slide 25 - Open question


Deze tafel heeft een oppervlakte van 15000 cm2. De breedte van de tafel is 80 cm. Laat met een berekening (volledig!!!) zien wat de lengte is. 

Slide 26 - Open question