Persoonsvorm, onderwerp en werkwoordelijk gezegde

Persoonsvorm, onderwerp en werkwoordelijk gezegde
Hoe kun je de persoonsvorm vinden?
Hoe kun je het onderwerp vinden?
Hoe kun je het werkwoordelijk gezegde vinden?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 6

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Persoonsvorm, onderwerp en werkwoordelijk gezegde
Hoe kun je de persoonsvorm vinden?
Hoe kun je het onderwerp vinden?
Hoe kun je het werkwoordelijk gezegde vinden?

Slide 1 - Slide

Tess
wil 
het antwoord 
vertellen.
werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Persoonsvorm

Slide 2 - Drag question

Meester Roel
werkt
in het middenlokaal
vandaag.
werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Persoonsvorm

Slide 3 - Drag question

huppelen.
te
Katie
loopt
vrolijk
over het leerplein
werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Persoonsvorm

Slide 4 - Drag question

bij rekenen.
gewerkt
Nikai
heeft
vandaag
hard
werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Persoonsvorm

Slide 5 - Drag question

voor de surprises.
getrokken
Gisteren
zijn
in unit 3a
lootjes
werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Persoonsvorm

Slide 6 - Drag question

speculaasjes
donderdag
Thomas en Marlous
gebakken
voor opa en oma.
hebben
werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Persoonsvorm

Slide 7 - Drag question

de rekenles
Juf Amy
uit.
legt
werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Persoonsvorm

Slide 8 - Drag question

aan de rekenles.
naast
Owen
de  juf
rekent
werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Persoonsvorm

Slide 9 - Drag question

niks
De juf
aan Owen.
verraadt
werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Persoonsvorm

Slide 10 - Drag question

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Slide 12 - Slide