2.4 Zien

2.4 Zien

Start met 2.4

Stukje uitleg en lezen

Aan het werk
Leerdoelen:
Waar komt licht vandaan?
Hoe komt een regenboog aan kleuren?
Kun je alle soorten licht zien?
Pak je boek en je schrift 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

2.4 Zien

Start met 2.4

Stukje uitleg en lezen

Aan het werk
Leerdoelen:
Waar komt licht vandaan?
Hoe komt een regenboog aan kleuren?
Kun je alle soorten licht zien?
Pak je boek en je schrift 

Slide 1 - Slide

Waar komt licht vandaan?
a

Lichtbron
Directe licht bron en indirecte lichtbron
Basis Blz. 88
Kader Blz. 47

Slide 2 - Slide

Hoe komt een regenboog aan zijn kleur?
Spectrum

Slide 3 - Slide

Kun je alle soorten straling zien?
Straling

Infarode straling

ultraviolette straling

Slide 4 - Slide

Zelf werken (ook huiswerk)
Kader:
Blz. werkboek: 64 t/m 65
Opdracht: 1 t/m 8
Basis:
Blz. 88 t/m 91
Opdracht: 1 t/m 13

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Pak je boek en je schrift

Slide 7 - Slide

Vandaag
Korte herhaling 
Verder met de paragraaf
Filmpje

Slide 8 - Slide

Lichtbron
Direct en in directe lichtbronnen


Slide 9 - Slide

Uit welke kleuren bestaat licht?
Het witte licht van de zon breekt en valt uit elkaar in de kleuren van de regenboog. 

De kleuren van de regenboog 
vormen een spectrum.

Slide 10 - Slide

Ogen
Wat zie je aan de buitenkant?

Slide 11 - Slide

Hoe werkt het oog?

Slide 12 - Slide

Opdrachten
Basis

Blz. 91 t/m 95

Opdracht 14 t/m 24
Kader

Blz. 65 t/m 67
Opdracht 9 t/m 16

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Vandaag
Afronden paragraaf 2.4

Test jezelf

SO bespreken

Plannen van de toets
Boek en schrift op tafel

Slide 15 - Slide

Kader: maak de opdrachten 
in je schrift

Basis: bladzijde 96
Test jezelf 2.4

Slide 16 - Slide

Welke twee vormen van straling of licht kunnen we niet zien? (kies er 1)
A
Rood
B
Violet
C
ultra violet
D
infrarood

Slide 17 - Quiz

We zien hier een voorbeeld van een directe lichtbron
A
Ja, omdat de vlam heet is
B
Nee, omdat je de vlam eerst moet aansteken
C
Ja, het licht schijnt direct op je ogen
D
Nee, omdat de kaars uit kan waaien

Slide 18 - Quiz

De zon is een voorbeeld van een indirecte lichtbron
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

De maan is een voorbeeld van een indirecte lichtbron omdat hij licht van de zon weerkaatst naar de aarde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Het witte licht van de zon bestaat uit meerdere kleuren
A
Ja, zwart en wit
B
Nee, het is gewoon wit
C
ja, uit alle kleuren van de regenboog

Slide 21 - Quiz

Alle kleuren van de regenboog samen noem je ook wel een:
A
Kleurenband
B
spectrum
C
violet
D
infrarood

Slide 22 - Quiz

Van ultraviolette straling wordt je bruin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

wenkbrauwen en wimpers beschermen je ogen tegen vuil en stof
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Aan de iris kun je zien wat voor kleur ogen iemand heeft
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Waarom hebben we boven aan ons oog traanklieren?
A
Zodat onze ogen droog blijven
B
Zodat je ogen niet uitdrogen
C
Voor het huilen

Slide 26 - Quiz

Waarom krijg je tijdens het huilen tranen die over je wangen rollen
A
Omdat de traanbuisjes over lopen
B
Om kleine vuiltjes af te voeren

Slide 27 - Quiz

Huiswerk
Basis en kader:
Afronden paragraaf 2.4

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link