Zwemmen LO1 - semester 2: assessment verplaatsen [2]

Zwemmen LO1 - semester 2: assessment verplaatsen [2]
1 / 14
next
Slide 1: Slide
ZwemmenHBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Zwemmen LO1 - semester 2: assessment verplaatsen [2]

Slide 1 - Slide

Wat kunnen beginnende zwemmers leren met het kwalletje van Wiessner?
A
Vertrouwen op eigen drijfvermogen
B
Zwaartekracht werkt altijd
C
Principe van watertrappen

Slide 2 - Quiz

Archimedes (250 v. Chr.) beschreef dat de grootte van opwaartse kracht afhangt van de hoeveelheid
verplaatst water. Wat is geen passend praktijk voorbeeld?
A
Een bal onderwater drukken
B
Een drenkeling met handen uit het water
C
Steekduik naar de bodem
D
Met een hoekduik te water gaan

Slide 3 - Quiz

Wiessner-afzet 
Wanneer iemand na een éénbenige afzet in borst ligging wegdrijft aan het oppervlak (met het hoofd in het water) zien we achtereenvolgens:
  1. De snelheid neemt af;
  2. De benen zakken;
  3. Er is een neiging te kantelen naar rugligging.

Slide 4 - Slide

Waarom neemt de snelheid na de afzet af?

Slide 5 - Open question

Afnemende snelheid


  1. Frontale weerstand; deze werkt op de voorkant, (het front) 
  2. Wervelingweerstand; deze werkt ‘zuigend’ op het achterste deel van de vorm.
  3. Wrijvingweerstand; grootte wordt bepaald door aard van het oppervlak
(onregelmatig of glad). 

Slide 6 - Slide

Waarom zakken de benen na de afzet?

Slide 7 - Open question

Benen zakken 
  1. Liftwerking valt weg (denk aan waterskiën)
  2. Zwaartekracht (G) en opwaartse kracht (O.K.) grijpen niet in hetzelfde punt aan
  3. Zwaartekracht (G) en Opwaartse Kracht (O.K.) werken in een tegengestelde richting

Slide 8 - Slide

Waarom is er een neiging tot kantelen na een Wiessner afzet?

Slide 9 - Open question

Neiging tot kantelen

Slide 10 - Slide

In beweging

Slide 11 - Slide

Meest effectieve stuwbewegingen zijn: 
1. Met een zo             mogelijk stuwvlak

2. Stuwvlak zo                     op de zwemrichting 

3. Met een zo groot mogelijke 

4. Zo dicht mogelijk bij de                  -as,

5. Met een zo lang mogelijk,       -vormige contactbaan.
Groot
Loodrecht
Snelheid
S
Lichaam

Slide 12 - Drag question

Meest effectieve stuwbeweging
  1. Zo groot mogelijk stuwvlak
    arm, been, onderarm, onderbeen
  2. Stuwvlak zoveel mogelijk loodrecht op de zwemrichting 
    Derde wet van Newton: Actie = - reactie 
  3. Zo groot mogelijke snelheid
    gebogen arm = krachtiger = snellere beweging
  4. Zo dicht mogelijk bij de lichaams-as
    voorkom slingerbeweging
  5. Zo lang mogelijk, S-vormige contactbaan
    Principe van Bernoulli

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video