MH2d 1.6 Allemaal anders

Welkom
Ga zitten volgens de plattegrond en login op de lessonUp
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
Ga zitten volgens de plattegrond en login op de lessonUp

Slide 1 - Slide

Programma
Theorie 1.6 allemaal anders
Maken opdrachten 1.6

Slide 2 - Slide

1.6 Allemaal anders

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan aanpassingen bij planten beschrijven
  • Ik kan aanpassingen bij dieren beschrijven

Slide 4 - Slide

Overleven
Wat heb je nodig om te kunnen overleven? (4 V's)

  • Voedsel
  • Verdediging tegen/aanpassing aan de leefomgeving
  • Ontkomen aan vijanden
  • Voortplanting

Slide 5 - Slide

Allemaal anders
Leefomgeving
Planten op het land moeten zich beschermen tegen uitdroging.

Slide 6 - Slide

Allemaal anders
Leefomgeving
Planten in het water hebben weinig stevige delen
Ze groeien in het bovenste deel van het water, omdat ze licht nodig hebben.

Slide 7 - Slide

Aanpassing bij planten

Slide 8 - Slide

Planten verdedigen zich
Planten hebben aanpassingen om zich te verdedigen
  • Stekels
  • Brandharen
  • Cafeïne (verlamt insecten)

Slide 9 - Slide

Allemaal anders






Leefomgeving
Dieren die in het water leven zijn hierop aangepast. 
Ze zijn allemaal gestroomlijnd.

Slide 10 - Slide

Allemaal anders
Voeden
Alle dieren hebben aanpassingen op basis van hun voedsel.

Slide 11 - Slide

Allemaal anders
Voeden
Vogels hebben verschillende snavels, aangepast aan het voedsel dat ze eten.

Slide 12 - Slide

Allemaal anders
Verdedigen
Ook dieren verdedigen zich, bijvoorbeeld door:
- Stekels
- Schutkleuren
- Gif
- Pantser
- Gevaarlijk lijken (imponeren of imitatie)

Slide 13 - Slide

Allemaal anders
Voortbewegen 
Zoolgangers: lopen op hele voetzool

Teengangers: lopen op hun tenen

Topgangers: lopen op toppen van hun tenen (ook wel hoefgangers)

Slide 14 - Slide

Allemaal anders
Voortbewegen 
De manier van lopen is een aanpassing aan de ondergrond waarop het dier leeft.

Slide 15 - Slide

Oefenvragen!
Hierna volgen 7 vragen om jullie kennis te testen.

Slide 16 - Slide

Camouflage van een dier is een aanpassing aan de leefomgeving
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Er zijn verschillende manieren waarop dieren warmte kwijt raken.

Welke aanpassing heeft de olifant om af te koelen?
A
Luchtstroom
B
Zomervacht
C
Grote oren
D
Dikke vetlaag

Slide 18 - Quiz

Welke aanpassing heeft een bramenplant?
A
stekels
B
brandharen
C
gifstof
D
gifstekel

Slide 19 - Quiz



Hiernaast zie je een poolvos.
Wat is geen aanpassing aan de omgeving van de poolvos?
Bio leerdoel 42
A
Kleur vacht valt niet op in de omgeving
B
Hij kan heel erg goed sluipen
C
Zachte vacht zorgt voor warmte
D
Kleine oren daardoor minder verlies van warmte

Slide 20 - Quiz

Een plant kan zich aanpassen aan de omgeving. Als een plant in de schaduw staat, dan maakt hij zijn stengel zo lang mogelijk. Op die manier probeert de plant uit de schaduw te komen.
Welke twee levenskenmerken zijn daarbij betrokken?

A
Groeien en voortplanten.
B
waarnemen en voortplanten
C
Voortplanten en waarnemen.
D
Waarnemen en groeien.

Slide 21 - Quiz

Planten en dieren hebben aanpassingen die helpen te overleven in hun omstandigheden.

Kies de bewering die NIET klopt.
A
Een cactus heeft een dikke stengel om vocht op te slaan
B
Een kat heeft lange nagels om mee te kunnen klimmen
C
Een boom heeft diepe wortels om stevig te staan
D
Een mens heeft grote hoektanden om vlees te verscheuren

Slide 22 - Quiz

Wat zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
Een klein wortelstelsel
D
Een groot wortelstelsel

Slide 23 - Quiz

Aan het werk

Maken:
 1.6 opdracht 1 t/m 10
Dit is tevens huiswerk voor de volgende les.

Klaar? Maak de test jezelf.
timer
10:00

Slide 24 - Slide