Lezen h6 Lay-out van een tekst

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 3A

Vandaag...
- Herhaling Lezen en Woordenschat H6

Huiswerk dinsdag 18 juni
Repetitie hoofdstuk 6: Lezen en Woordenschat
Leerdoelen:
- Ik kan uitleggen waarom een afbeelding bij de tekst staat.
- Ik kan gebruik maken van de lay-out van een tekst om een tekst beter te begrijpen. 
- Ik weet hoe ik achter de betekenis van een onbekend woord in de tekst kan komen.




1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 3A

Vandaag...
- Herhaling Lezen en Woordenschat H6

Huiswerk dinsdag 18 juni
Repetitie hoofdstuk 6: Lezen en Woordenschat
Leerdoelen:
- Ik kan uitleggen waarom een afbeelding bij de tekst staat.
- Ik kan gebruik maken van de lay-out van een tekst om een tekst beter te begrijpen. 
- Ik weet hoe ik achter de betekenis van een onbekend woord in de tekst kan komen.




Slide 1 - Slide

Hoe wordt de lay-out van een tekst ook wel genoemd?
A
Titelpagina
B
Opmaak
C
Bladwijzer
D
Uiterlijk

Slide 2 - Quiz

Noem drie dingen die behoren tot de lay-out van een tekst?

Slide 3 - Open question

Wat is de functie van een tabel bij een tekst?
A
De aandacht van de lezer trekken.
B
De lezer aansporen om iets te doen.
C
Nieuwe informatie aan de tekst toevoegen.
D
Extra uitleg geven.

Slide 4 - Quiz

Welke functies zijn het belangrijkste bij een poster?
A
Aandacht trekken en je tot handelen aanzetten.
B
Informatie uit de tekst duidelijker maken.
C
Nieuwe informatie aan de tekst toevoegen.
D
De lezen amuseren.

Slide 5 - Quiz

Behoren tekeningen, schema's, landkaartjes, tabellen, grafieken en diagrammen ook tot de afbeeldingen in een tekst?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Wat is het doel van de poster van het voedingscentrum?

Slide 8 - Open question

Welke functie heeft een afbeelding bij de tekst meestal?
A
De lezer aansporen om iets te doen.
B
Nieuwe informatie aan de tekst toevoegen.
C
Informatie uit de tekst duidelijker maken.
D
De aandacht trekken.

Slide 9 - Quiz

Op welke zaken let jij bij de opmaak van een tekst?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Woordenschat
- Ik weet hoe ik achter de betekenis van een onbekend woord in de tekst kan komen.

Slide 12 - Slide

Woordenschat

Slide 13 - Slide

5 woordraadstrategieën
        
  • Zoek een synoniem 
  • Zoek een omschrijving of definitie
  • Zoek een voorbeeld
  • Zoek een tegenstelling
  • Zoek een bekend woorddeel

Slide 14 - Slide

voor- en achtervoegsels

Slide 15 - Mind map

Geef twee betekenissen van:
licht

Slide 16 - Open question

synoniem
bekend woorddeel
voorbeelden
tegenstelling
omschrijving
Er is in de klas veel interactie tussen de leraar en zijn leerlingen. Ze werken veel samen en er is veel contact onderling.
Als iemand zegt dat je uniek in je soort bent, bedoelt hij of zij ermee dat er geen ander is zoals jij.
Pieter en ondergetekende
De sporten komen uit verschillende disciplines, zoals atletiek, badminton, zwemmen en boogschieten.
Het aantal analfabeten neemt toe in Nederland. Daarom bieden steeds meer organisaties een cursus aan voor de mensen die niet kunnen lezen en schrijven.

Slide 17 - Drag question

Van welke woordraadstrategie is 'kijken en zien' een voorbeeld?
A
voorbeeld
B
tegenstelling
C
bekend woorddeel
D
synoniem

Slide 18 - Quiz


Welke strategie moet je gebruiken om de betekenis van het vetgedrukte woord te bepalen?
Ooit voeren hier schepen naar Duitsland; nu is het een stil , landelijk stukje in de stad
A
In de zin staat een voorbeeld bij het groot gedrukte woord
B
In de zin staat een synoniem van het groot gedrukte woord
C
In de zin staat een tegenstelling van het groot gedrukte woord
D
In de zin staat een omschrijving van het groot gedrukte woord

Slide 19 - Quiz


Welke strategie moet je gebruiken om de betekenis van het vetgedrukte woord te bepalen?
Tieners stellen strikte normen: wie van de leeftijdsgenoten een beetje uit de pas loopt, krijgt het meteen te horen. 
A
Er staat een voorbeeld bij de vetgedrukte tekst
B
Er staat een synoniem van de vetgedrukte tekst
C
Er staat een tegenstelling van de vetgedrukte tekst
D
Er wordt een omschrijving gegeven van de vetgedrukte tekst.

Slide 20 - Quiz


Welke strategie moet je gebruiken om de betekenis van het vetgedrukte woord te bepalen?
Mens- en diervriendelijk breien doe je met synthetisch garen. Dat kunstmatige materiaal wordt ook voor veel andere kleding gebruikt.. 
A
Er staat een voorbeeld van het vetgedrukte woord
B
Er staat een synoniem van het vetgedrukte woord
C
Er staat een tegenstelling van het vetgedrukte woord
D
Er staat een omschrijving van het vetgedrukte woord

Slide 21 - Quiz


Welke strategie moet je gebruiken om de betekenis van het vetgedrukte woord te bepalen?

Chique sjaals, zoals de heerlijke zachte sjaals van Espresso, staan prachtig op een T-shirt. 
A
In de zin wordt een tegenstelling gegeven van het vetgedrukte woord
B
In de zin staat een omschrijving van het vetgedrukte woord
C
In de zin staat een synoniem van het vetgedrukte woord
D
In de zin staat een voorbeeld bij het vetgedrukte woord

Slide 22 - Quiz

En nu...
Maak de opdrachten af van:
- Lezen hoofdstuk 6
- Woordenschat hoofdstuk 6

Slide 23 - Slide

Wat is een woordraadstrategie?

Slide 24 - Open question

1. een synoniem zoeken
synoniem = 2 woorden met dezelfde betekenis

In deze fabriek produceren ze badmode. Ze maken er bikini's, badjassen en zwembroeken

Slide 25 - Slide

2. omschrijving of definitie zoeken

De jonge profvoetballer laat zijn zaken regelen door iemand anders. Deze manager werkt ook voor andere voetballers

Slide 26 - Slide

3. een voorbeeld zoeken

Jongeren die iets hebben vernield, krijgen soms een taakstraf, zoals papier prikken of onkruid weghalen

Slide 27 - Slide

4. een tegenstelling zoeken

Nieuwe games zijn soms prijzig, maar in de uitverkoop zijn ze goedkoop

Slide 28 - Slide

5. een bekend woorddeel zoeken
  • samenstelling                                             bv. prijsverhoging

  • woord met voorvoegsel                          bv. hergebruiken

  • woord met achtervoegsel                      bv. waardevol

Slide 29 - Slide

6. woordenboek

Kun je de betekenis van een woord niet bedenken met behulp van één van de vijf andere woordraadstrategieën: 

gebruik dan een (online) woordenboek     (www.woorden.org)       

                                                                                

Slide 30 - Slide

zoeken in het woordenboek

Bij werkwoordsvormen: zoek bij het hele werkwoord

Voorbeeld:            loopt --> lopen
                                  gevestigd --> vestigen

Slide 31 - Slide

zoeken in het woordenboek

bij zelfstandige naamwoorden: 
zoek altijd  het enkelvoud van een woord

Voorbeeld:            certificaten--> certificaat
                                   bijwerkingen --> bijwerking

Slide 32 - Slide

zoeken in het woordenboek


de korte vorm van het woord

Voorbeeld:            sportieve--> sportief
                                   transparante --> transparant

Slide 33 - Slide

zoeken in het woordenboek

bij samenstellingen:
een deel van de samenstelling

Voorbeeld:            Facebookprofiel--> profiel
                                   inschrijftermijn --> termijn

Slide 34 - Slide

let op!
Soms staan bij woorden meerdere betekenissen. 

Zoek dan de betekenis die bij de tekst past.


                                              

Slide 35 - Slide

let op!
figuurlijk taalgebruik

spreekwoorden en uitdrukkingen: 
zoek bij het eerste zelfstandige naamwoord uit de uitdrukking            

Slide 36 - Slide