voor morgen:
maken taaloef. bij tekst 13B.B
en bij taaloef. 13B.C: - onderstreep de subj.acc.,
- noteer of de inf. voor- of gelijktijdig is
- en vertaal de PV.
uitwerking 13A.B1. Jij zei dat de vijanden het land geschaad hadden.
2. Wij menen dat de zee mooi is.
3. Hij verwacht dat de burgers de kinderen gered hebben.
4. Ik heb gehoord dat de bode naar het eiland was gekomen.