foutieve samentrekking les
1 / 17
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Foutieve samentrekking of niet?
De clown trok zijn kleren uit en zich niets van zijn publiek aan.
De clown trok zijn kleren uit en zich niets van zijn publiek aan.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking
Slide 4 - Quiz
Welk soort foutieve samentrekking?
De clown trok zijn kleren uit en zich niets van zijn publiek aan.
De clown trok zijn kleren uit en zich niets van zijn publiek aan.
A
Verschil in zinsdeel
B
Verschil in woordsoort
C
Verschil in betekenis
Slide 5 - Quiz
Foutieve samentrekking of niet?
Boeken interesseren me niet en lees ik dus niet.
Boeken interesseren me niet en lees ik dus niet.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking
Slide 6 - Quiz
Welk soort foutieve samentrekking?
boeken interesseren me niet en lees ik dus niet.
boeken interesseren me niet en lees ik dus niet.
A
Verschil in zinsdeel
B
Verschil in woordsoort
C
Verschil in betekenis
Slide 7 - Quiz
Verbeter de foutieve samentrekking:
Boeken interesseren me niet en lees ik dus niet.
Boeken interesseren me niet en lees ik dus niet.
Slide 8 - Open question
Welk soort foutieve samentrekking?
Jan geeft weinig om Marieke, maar wel heel veel aandacht.
Jan geeft weinig om Marieke, maar wel heel veel aandacht.
A
Verschil in zinsdeel
B
Verschil in woordsoort
C
Verschil in betekenis
Slide 9 - Quiz
Verbeter de foutieve samentrekking:
Hij heeft een diploma en daar hard voor gewerkt.
Hij heeft een diploma en daar hard voor gewerkt.
Slide 10 - Open question
Foutieve samentrekking of niet?
Hij geeft zijn dochter een dropje en zijn zoon een lolly.
Hij geeft zijn dochter een dropje en zijn zoon een lolly.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking
Slide 11 - Quiz
Foutieve samentrekking of niet?
Zij wordt geaccepteerd en arts.
Zij wordt geaccepteerd en arts.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking:
Slide 12 - Quiz
Welk soort foutieve samentrekking?
Zij wordt geaccepteerd en arts.
Zij wordt geaccepteerd en arts.
A
Verschil in zinsdeel
B
Verschil in woordsoort
C
Verschil in betekenis
Slide 13 - Quiz
Foutieve samentrekking of niet?
Ik heb een fiets gekregen en uitgeprobeerd op mijn verjaardag.
Ik heb een fiets gekregen en uitgeprobeerd op mijn verjaardag.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking
Slide 14 - Quiz
Verbeter de foutieve samentrekking:
Vrachtwagens moeten zich aan regels houden en gelden ook voor auto's
Vrachtwagens moeten zich aan regels houden en gelden ook voor auto's
Slide 15 - Open question
Hoe goed ken jij de theorie over de (foutieve) samentrekking?
😒🙁😐🙂😃
