Hfd 4 herhaling proeftoets havo 2

Voorzetsels met 4e naamval
der groep
ein groep
verschil tussen persoonlijke en bizettelijke voornaamwoorden
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Middelbare school

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Voorzetsels met 4e naamval
der groep
ein groep
verschil tussen persoonlijke en bizettelijke voornaamwoorden

Slide 1 - Slide

timer
1:00
Voorzetsels met de 4e naamval

Slide 2 - Mind map

Als je een zelfstandig naamwoord met het woord door hij kan vervangen dan is het .....
A
1 naamval
B
4 naamval

Slide 3 - Quiz

Als je een zelfstandig naamwoord met het woord door hem kan vervangen, dan is ....
A
1 naamval
B
4 naamval

Slide 4 - Quiz

Die Blume ist für ............ Opa.
A
der/ mein
B
den / meinen
C
die / meine
D
das / mein

Slide 5 - Quiz

Er geht durch .......... Zimmer (o)
A
einen/ den
B
ein / das
C
der / ein
D
eine / die

Slide 6 - Quiz

Ohne ........... Vater werde ich es nicht tun.
A
mein
B
meiner
C
meinen
D
meine

Slide 7 - Quiz

Die Familie sitzt um ...... Tisch (m)
A
der /einen
B
die /eine
C
das / ein
D
den / einen

Slide 8 - Quiz

Liefdesgedicht
Hij zei tegen haar
Ik ben door de liefde niet  bevrijd
Ik kan niet zonder jou
Ik geef om jou
Ik doe alles voor  jou
 

Slide 9 - Slide

Verschil tussen 
persoonlijke voornaamwoorden
bizzetllijke voornaamwoorden

Slide 10 - Slide

Schrijf alle persoonlijke voornaamwoorden in de 1e naamval en 4e naamval op
ich - mich

Slide 11 - Open question

Schrijf alle persoonlijke voornaamwoorden in de 1e met het bezittelijk voornaamwoord erachter
ich - mein

Slide 12 - Open question

vertaal:
voor mij
zonder hem
door jullie
tegen haar

zonder mij

om hen
tegen u
zonder ons

Slide 13 - Open question

Vertaal:
zonder mij
om hen
tegen u
zonder ons

Slide 14 - Open question

vertaal:
voor mijn (Mutter)
zonder zijn (Mutter)
door jullie (Mutter)
tegen haar (Mutter)

zonder mij

om hen
tegen u
zonder ons

Slide 15 - Open question

vertaal:
voor mijn (Vater)
zonder zijn (Vater)
door jullie (Vater)
tegen haar (Vater)

zonder mij

om hen
tegen u
zonder ons

Slide 16 - Open question

Vertaal:
zonder mijn (Mutter)
om hun (Mutter)
tegen uw (Mutter)
zonder onze (Mutter)

Slide 17 - Open question

Vertaal:
zonder mijn (Vater)
om hun (Vater)
tegen uw (Vater)
zonder onze (Vater)

Slide 18 - Open question

Huiswerk en leerwerk
Leren Lernbox 1, 2 en 3 alle woordjes en zinnen (Woordjes hoe het in je boek staat, zinnen Duits naar Nederlands)
Leren alle gram A, B en C
Maken Na Klar Lektion  3 oefening 1, 2, 4a, 5a, 6b, 7a
succes

Slide 19 - Slide