Voorzetsels zijn woorden zoals für, ohne, an, bei, in, nach, mit ...
In het Duits worden voorzetsels steeds met een bepaalde naamval verbonden. De meeste voorzetsels hebben een vaste naamval achter zich.
Dat betekent. Als je in de zin een bepaald voorzetsel ziet, weet je meteen over welke naamval gaat.