Les 5_ BGER 2_ Verschillenden plannen deel 2_ week van 13 maart

BGER 2 - Les 5
Werken met verschillende plannen 
deel 2
1 / 19
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

BGER 2 - Les 5
Werken met verschillende plannen 
deel 2

Slide 1 - Slide

Programma
Leerdoelen van de les
Wat weten we nog
Theorie 
Opdrachten
Afronding 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen van de les 
Je schrijft een plan en formuleert doelen voor een cliënt.
Je maakt een plan van aanpak aan de hand van de vijf W's.
Je omschrijft verschillende soorten plannen.
Je houdt bij het opstellen van een plan rekening met verschillende factoren.
Je vergroot door het inzetten van hulpmiddelen de mogelijkheden van de cliënt.

Slide 3 - Slide

Even een check wat weten we nog.... 

Slide 4 - Slide

Wat hoort bij het ondersteuningsplan?
Hoort bij het ondersteuningsplan
Hoort niet bij het ondersteuningsplan
Activiteitenplan
Reflectieplan
Activeringsplan
maandplan

Slide 5 - Drag question

Welke van de onderstaande plannen kan zowel voor individuen als voor kleine en grote groepen worden gemaakt?
A
Activiteitenplan
B
Leefplan
C
Maandplan
D
Werkplan

Slide 6 - Quiz

Welk plan zet je in als er meerdere samenhangende delen of activiteiten nodig zijn om een doel te halen?
A
Activeringsplan
B
Activiteitenplan
C
Trajectplan
D
Werkplan

Slide 7 - Quiz

Welke plannen hadden we ook alweer?

Slide 8 - Slide

activiteitenplan
activeringsplan
trajectplan
woonplan
werkplan.

Slide 9 - Slide

Had je wat moeite met de vragen: 
Lees hoofdstuk 5 Verschillende plannen dan nog eens goed na 

Slide 10 - Slide

Verder met de theorie

Slide 11 - Slide

De 5 W vragen
Om een plan concreter te maken hoe de client het plan gaat uitvoeren maak je gebruik van de vijf W vragen

Slide 12 - Slide

Wie: voor welke cliënt en wie zijn er betrokken bij de uitvoering? Bijvoorbeeld: welke begeleider(s), andere professionals van de eigen en andere organisatie, naastbetrokkenen.
Wat: welke activiteiten gaat de cliënt uitvoeren?
Waar: waar gaat de cliënt de activiteiten uitvoeren?
Wanneer: op welke dagen en tijden voert de cliënt de activiteiten uit?
Waarmee: welke middelen zijn nodig en hoe kom je daaraan?

Slide 13 - Slide

De waarmee vraag - inzet van hulpmiddelen
Bij de waarmee-vraag beschrijf je welke middelen de cliënt nodig heeft. Daarbij spelen hulpmiddelen een rol die de cliënt kan gebruiken om de activiteiten zo zelfstandig mogelijk uit te voeren. 

De keuze voor hulpmiddelen is groot en afhankelijk van de mogelijkheden en beperkingen van de cliënt. Die zijn voor iedere cliënt anders, maar je kunt denken aan:

ergotherapeutische hulpmiddelen, zoals een grijper aan een steel, speciaal bestek, instrumenten en andere gebruiksvoorwerpen

Slide 14 - Slide

Waarom moeten we plannen soms bijstellen?

Slide 15 - Open question

Plannen bijstellen
Als er iets onverwachts gebeurt, moet je het plan vaak bijstellen. Soms betekent het dat je snel moet kunnen handelen en dat je op professionele manier handelt. Het is altijd mogelijk dat er iets gebeurt wat niemand van tevoren zag aankomen. 

Bijvoorbeeld:

de lichamelijke of geestelijke toestand van de cliënt verandert
een doel blijkt toch te hoog gegrepen voor de cliënt
de tijdsplanning is toch te krap
personele problemen door ziekte of vacatures
spanningen tussen cliënten in de groep die veel extra tijd opeisen

Slide 16 - Slide

Aan de slag -  mag in tweetallen
Je krijgt zo 5 verschillende cliënten te zien. Deze cliënten hebben allemaal een doel.
1. Welk doel hebben de cliënten volgens jullie?
2. Welk plan zou je hiervoor kunnen inzetten?  ( Gebruik je aantekeningen)

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Aan de slag/ Huiswerk
Boek methodisch begeleiden 
Hoofdstuk 5
Verwerkingsopdracht
4. weten en begrijpen 
Opdracht 5 en opdracht 7

Slide 19 - Slide