4.3 en 4.4 CH


Startopdracht
Maak een woordweb over bacteriën

Denk aan:
- eencellig of meercellig
- celkern
- voortplanting
- functies (goed en slecht)




timer
5:00
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Startopdracht
Maak een woordweb over bacteriën

Denk aan:
- eencellig of meercellig
- celkern
- voortplanting
- functies (goed en slecht)




timer
5:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen

  • Startopdracht
  • Herhaling 4.2
  • Leerdoelen en uitleg 4.3 en 4.4
  • Aan de slag!
  • Samen afsluiten

Slide 2 - Slide

Het domein bacteriën
Altijd eencellig en geen celkern


Slide 3 - Slide

Voortplanting
Bacteriën planten
zich voort door deling


Slide 4 - Slide

Nuttige bacteriën
Functies: 
Resten opruimen in de natuur
Voedingsstoffen maken
Eten verteren in de darmen

Slide 5 - Slide

Schadelijk bacteriën
Kan een bacteriële infectie veroorzaken (longontsteking, blaasontsteking etc.)
       > Bestrijden met antibiotica 

Kan zorgen voor bederven 
van voedsel




Slide 6 - Slide

Leerdoelen 2.3 
Het rijk van de schimmels


Je kunt de kenmerken van schimmels noemen
Je kunt beschrijven welke rol schimmels hebben voor de mens

Slide 7 - Slide

Het rijk van de schimmels

Schimmels kunnen zowel eencellig als veelcellig zijn
     > gisten zijn een voorbeeld van eencellige schimmels


Slide 8 - Slide

Voortplanting van gisten
Door middel van deling

Bij gistcellen die delen ontstaat
een knop, hieruit groeit een 
nieuwe gistcel

Slide 9 - Slide

Veelcellige schimmels

Veelcellige schimmels
bestaan vaak uit lange 
dunne draden
= schimmeldraden

Slide 10 - Slide

Voortplanting van veelcellige schimmels

Meestal door middel van sporen
      > dit zijn cellen waaruit een nieuwe schimmel kan ontstaan

Sporen kunnen ontstaan in speciale 
organen, de paddenstoelen

Slide 11 - Slide

Voortplanting van meercellige schimmels

Slide 12 - Slide

Nuttige schimmels
Functies:
Resten van dode organismen opruimen in de natuur
Bereiding van voedingsmiddelen (zie foto)
Eten (bijvoorbeeld champignons)

Slide 13 - Slide

Aan de slag!

Maak in tweetallen opdracht 10 op pagina 91 van je werkboek
timer
10:00

Slide 14 - Slide

Leerdoelen 2.4 
Het rijk van de planten


Je kunt de kenmerken van planten noemen
Je kunt beschrijven welke rol planten hebben voor de mens

Slide 15 - Slide

Het rijk van de planten
Dit rijk bestaat uit drie stammen: 
wieren (algen), sporenplanten en zaadplanten

Slide 16 - Slide

Wieren (algen)
Kunnen zowel eencellig als veelcellig zijn

De meeste groeien in het water
     > hierdoor geen wortels en stengels nodig

Ook geen bladeren en bloemen

Slide 17 - Slide

Sporenplanten
Sporenplanten worden verdeeld in mossen en varens

Hebben wortels, stengels en bladeren maar geen bloemen
     > voortplanting door middel van sporen


Slide 18 - Slide

Mossen
Staan in groepjes bij elkaar, hebben kleine blaadjes
     > sporen ontstaan in sporendoosjes

Slide 19 - Slide

Varens
Grote ingesneden bladeren
     > sporen ontstaan in sporenhoopjes onderaan de bladeren

Slide 20 - Slide

Zaadplanten
Hebben wortels, stengels, bladeren en bloemen
     > voortplanting door middel van zaden

Slide 21 - Slide

Aan de slag!

Maak in tweetallen opdracht 15 en 17 op pagina 94 van je werkboek
timer
10:00

Slide 22 - Slide

Leerdoelen 2.3 en 2.4 



Je kunt de kenmerken van schimmels en planten noemen
Je kunt beschrijven welke rol schimmels en planten hebben voor de mens

Slide 23 - Slide

Schimmels zijn altijd eencellig
A
Juist = staan
B
Onjuist = zitten

Slide 24 - Quiz

Het rijk van de planten wordt ingedeeld in drie stammen
A
Juist = staan
B
Onjuist = zitten

Slide 25 - Quiz

Mossen zijn zaadplanten
A
Juist = staan
B
Onjuist = zitten

Slide 26 - Quiz

Huiswerk

L: Thema 4, basisstof 3 en 4
M: Thema 4: opdracht 10, 15 en 17 (pagina 91 en 94 van je werkboek)

Slide 27 - Slide