Posteropdracht 2024. Alle punten klas 3TL

Organismen leven samen
Posteropdracht:


1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

Organismen leven samen
Posteropdracht:


Slide 1 - Slide

Posteropdracht
Bij deze opdracht heb je een aantal begrippen nodig die je moet weten om de opdracht te kunnen gaan doen. Je poster mag je zo creatief maken als je zelf wilt, met tekeningen en tekst. Uiteraard telt de verzorging/netheid van je poster uiteindelijk ook mee, net als de opdrachten die je op je poster hebt gedaan. Hieronder per les hoe we dit gaan doen. Tijdens de les kun je vragen stellen, krijg je uitleg en kun je “poster in opbouw” laten zien.

Slide 2 - Slide

Stap 1
Bepaal over welk organisme jij je poster gaat maken. 

Dat moet een (vlees)etend dier zijn en een 'specifiek' soort die in in het wild voorkomt. 
Vraag aan je docent of het door jou gekozen dier goed is.


Slide 3 - Slide

Les 2
Bespreken we de begrippen die je moet weten om je poster te maken.
Individu                                                         Eén enkel organisme

3 Biotische factoren                                Invloed (factoren) uit de levende natuur

3 Abiotische factoren                             Invloed (factoren) uit de levenloze natuur                                                                            zoals de grondsoort, de temperatuur, de                                                                              Vochtigheid en het zonlicht

Slide 4 - Slide

Stap 2
Jouw gekozen dier wordt het centrale middelpunt van je poster (je individu) Print een afbeelding van je dier uit en plak die in het midden van je  A3. Of je werkt het digitaal uit.
Zet de naam van het dier groot boven de foto. Dit is nu je individu.

Vanuit het dier teken je twee lijnen (bepaal zelf waar naartoe) eindigend in een cirkel. In de ene cirkel schrijf je drie biotische factoren waar het dier mee te maken heeft en in de andere cirkel drie abiotische factoren. Zet de woorden biotisch en abiotisch als titels in je cirkels.


Let erop dat je niet alles te groot maakt, want er komt nog meer bij in de volgende lessen.

Slide 5 - Slide

Les 3
Ecosysteem                                Alle biotische en abiotische factoren in een                                                                        bepaald gebied; het klimaat, de samenstelling                                                                van de bodem en de organismen die er leven

Levensgemeenschap            Alle organismen samen in een ecosysteem

Populatie                                      Alle organismen van dezelfde soort die leven in                                                              een bepaald ecosysteem 

Slide 6 - Slide

Stap 3-a
Je poster ga je vandaag verder aanvullen met de begrippen: ecosysteem, levensgemeenschap en populatie. 

Maak weer cirkels (of je mag het ook op een andere creatieve manier invullen)zoals de vorige les vanuit de foto van je dier. Maak er drie bij elkaar.
In elke cirkel komt de titel. De ene cirkel heet “ecosysteem”, de andere “levensgemeenschap” en de derde populatie.


Slide 7 - Slide

Stap 3-b
Omschrijf in de cirkel ecosysteem in welk ecosysteem jouw dier voorkomt. Gebruik google als je dit lastig vindt.
Omschrijf in de cirkel levensgemeenschap welke organismen er nog meer in de levensgemeenschap van jouw gekozen dier leven. Noem hierbij minstens drie andere dieren en drie planten.
Vertel in de cirkel “populatie” of en hoeveel dieren van jouw gekozen soort er voorkomen in de levensgemeenschap. Je mag dit ook schatten als het er heel veel zijn.

Slide 8 - Slide

Les 4
Voedselketen             Reeks organismen die van elkaar leven. Elk organisme is                                            een schakel in de keten

Voedselweb               Schema waarin staat hoe verschillende voedselketens                                              met elkaar verbonden zijn.

 

Slide 9 - Slide

Stap 4
Je poster ga je vandaag verder aanvullen met de begrippen: voedselketen en voedselweb. 

Maak weer cirkels zoals de vorige les vanuit de foto van je dier. Maak een grote cirkel (titel voedselweb) en een kleine (titel voedselketens). 
In de grote cirkel maak je een “voedselweb” waarin jouw dier voorkomt. Kijk voor voorbeelden van een voedselweb op google of in je boek.
In de kleine cirkel schrijf je twee “voedselketens” op waarin jouw dier voorkomt. De ene voedselketen heeft drie schakels en de andere 4 of meer.


Slide 10 - Slide

Les 5
Producent            De makers van voedingsstoffen; groene planten 
 Consument         De gebruikers van voedingsstoffen; dieren (en mensen)
Reducent             Schimmels en bacteriën, deze breken resten van planten en                                    dieren af tot mineralen
Afvaleters             Consumenten die de resten van planten en dieren eten

Voedselkringloop Kringloop van mineralen en andere voedingsstoffen; 
   prod.                    cons.                    red.                   prod.


Slide 11 - Slide

Stap 5-a
Vandaag gaat over de begrippen Voedselkringloop Producent, Consument, Reducent en Afvaleters

Deze indeling van organismen heeft te maken met een kringloop in de natuur. Hieronder zie je deze kringloop. Ook vind je deze in je boek in BS 3.5.




Slide 12 - Slide

Les 5-b



Neem deze kringloop over op je poster, maar in plaats van de algemene groepen die er nu staan, zet je een organisme neer van je eigen levensgemeenschap. Uiteraard staat jouw eigen gekozen organisme er ook tussen op de juiste plek!
Dus: op de plekken van producenten, consumenten, afvaleters en reducenten zet je een voorbeeld uit je eigen gekozen levensgemeenschap en 1 van de 4 is dus jouw eigen gekozen dier. De andere drie bedenk je zelf, maar moeten wel in het echt voorkomen in jouw gekozen levensgemeenschap. Uiteraard mag je een en ander ook met foto’s doen.



Slide 13 - Slide

Consument
Producent
afvaleters
Mineralen
Reducent

Slide 14 - Slide

Stap 6 Koolstofkringloop
Voeg de koolstofkringloop toe wat toegespitst is op jouw dier
Kijk in je boek bij BS 3.5
of google een afbeelding

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Opdracht stikstofkringloop
Laatste opdracht;
Voeg de stikstofkringloop toe. Gebruik je boek bij BS 3.5 of Google een afbeelding.
Gebruik daarbij je eigen organisme

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Klaar!
Lever je poster in. Deze wordt beoordeeld met een O/V/G

O=onvoldoende. Je moet de poster opnieuw maken                     
V= voldoende. Je hebt dit onderdeel afgerond                                 
G=Goed. Je hebt dit onderdeel afgerond en een 0,5 punt extra op je toets verdiend. 
Kijk in magister wanneer je poster ingeleverd moet worden.

Slide 19 - Slide