Persoonsvorm en onderwerp

Planning
  • Uitleg 
  • Gezamenlijke opdracht
  • Opdrachten in licentie + Lezen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Planning
  • Uitleg 
  • Gezamenlijke opdracht
  • Opdrachten in licentie + Lezen

Slide 1 - Slide

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

Wat is de persoonsvorm?
A
De persoonsvorm
B
is
C
altijd
D
een werkwoord

Slide 2 - Quiz

Vertel in eigen woorden wat de persoonsvorm is.

Slide 3 - Mind map

Persoonsvorm: hoe vind je die?
Vraagzin
Zet de zin om naar een vraagzin. Het werkwoord dat vooraan staat is de persoonsvorm. LET OP: Voeg geen woorden toe en deze manier werkt alleen bij zinnen waar er maar 1 persoonsvorm in de zin staat.
Aantallen veranderen
Verander de zin van enkelvoud naar meervoud of van meervoud naar enkelvoud. De werkwoorden die mee veranderen zijn de persoonsvormen.
Tijd veranderen
Verander de zin van tegenwoordige tijd naar verleden tijd of andersom. De werkwoorden die mee veranderen zijn de persoonsvormen.

Slide 4 - Slide

Wat is de persoonsvorm in 'De kinderen hebben lekker gezwommen'?
A
lekker
B
kinderen
C
hebben
D
gezwommen

Slide 5 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in de zin 'Wij lopen elke dag naar school'?
A
naar
B
wij
C
lopen
D
elke

Slide 6 - Quiz

Onderwerp
Het onderwerp is degene of datgene die de persoonsvorm uitvoert. 
Dus wie doet het? 
Je kunt het onderwerp vinden door jezelf de vraag te stellen: 
Onderwerp
Wie of wat + persoonsvorm?
bijvoorbeeld: Wie of wat lopen?
Wij lopen elke dag naar school

Slide 7 - Slide

Wat is het onderwerp in de zin: 'De zon schijnt fel vandaag.'?
A
vandaag
B
fel
C
De zon
D
schijnt

Slide 8 - Quiz

Welk woord is het onderwerp in deze zin: 'Mijn moeder bakt een heerlijke taart.'?
A
Mijn moeder
B
taart
C
heerlijke
D
bakt

Slide 9 - Quiz

Wat is het onderwerp in de volgende zin: 'De hond rent in het park.'?
A
park
B
de hond
C
rennen
D
de

Slide 10 - Quiz

Aan het werk
Groepsopdracht persoonsvorm.

Taalverzorging 1.2 Opdracht 1 en 2.

Lezen individueel t/m blz.....

Slide 11 - Slide