This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Nederlands 6e uur (klas h2b)
Lezen
Zet je camera aan en laat je microfoon uit.
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Lesdoel
Voorkennis
Opdracht 2
Reflectie
Slide 2 - Slide
Lesdoel
Je kunt onderscheid maken tussen standpunten en argumenten.
Je kunt tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.
Slide 3 - Slide
Welke tekstverbanden ken je nog?
Slide 4 - Mind map
De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt vijftig euro kleedgeld per maand.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 5 - Quiz
Volgens mij is het onverantwoord om te veel geld te geven aan jonge kinderen.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 6 - Quiz
Tekst 2
We lezen nu eerst samen tekst 2 "De Wadden zijn het mooist" op bladzijde 104/105.
Markeer/onderstreep signaalwoorden. Herken je een tekstverband? Schrijf dit er dan bij.
Slide 7 - Slide
beroemde voorbeelden
gebeurtenissen
gewonnen hebben bij een verkiezing
kandidaten
idee
naar de bodem zakken
naar voren geschoven
regelen
voorbij zijn
zonder regels
initiatief
als eerste uit de bus zijn gekomen
genomineerden
gepromoot
iconen
taferelen
gedaan zijn
ongecontroleerd
sturen
bezinken
Slide 8 - Drag question
Opdracht 2
3) 1. Het Waddengebied is ontzettend mooi. 2. Iedereen kent het Waddengebied wel als het grootste natuurgebied van Nederland.
4) Hij wil daarmee aangeven dat er in het Waddengebied vaak dingen gebeuren die bijzonder zijn, ook al zijn ze voor het Waddengebied heel gewoon.
Slide 9 - Slide
Opdracht 2
5) In alinea 3 staan vooral feiten. Bijvoorbeeld: "Het publiek kon stemmen op dertien genomineerden", "De Veluwe (Gelderland) en Nationaal Park Hollandse Duinen (Zuid-Holland) werden tweede en derde en een vakjury voegde daar nog een vierde winnaar aan toe: NLDetla Biesbosch-Haringvliet (Noord-Brabant, Zuid-Holland)" en "Het is 753.000 keer bekeken en heel vaak geliket."
5) In alinea 3 staan vooral feiten. Bijvoorbeeld: "Het publiek kon stemmen op dertien genomineerden", "De Veluwe (Gelderland) en Nationaal Park Hollandse Duinen (Zuid-Holland) werden tweede en derde..." en "Het is 753.000 keer bekeken en heel vaak geliket."
6) -middel = driehonderdduizend euro -doel = het gebied nog beter te beschermen en mooier te maken -signaalwoord = om
Slide 10 - Slide
Opdracht 2
5) In alinea 3 staan vooral feiten. Bijvoorbeeld: "Het publiek kon stemmen op dertien genomineerden", "De Veluwe (Gelderland) en Nationaal Park Hollandse Duinen (Zuid-Holland) werden tweede en derde en een vakjury voegde daar nog een vierde winnaar aan toe: NLDetla Biesbosch-Haringvliet (Noord-Brabant, Zuid-Holland)" en "Het is 753.000 keer bekeken en heel vaak geliket."
7) -middel = filmpje van een scheermesje -doel = laten zien hoe bijzonder het Waddengebied is
8) A = Ik vind wadlopen altijd weer een geweldige ervaring. want B = Je ziet dan iets wat je anders nooit ziet (wat er ónder dat water leeft, schelpen met beestjes erin bijvoorbeeld.
Slide 11 - Slide
Opdracht 2
5) In alinea 3 staan vooral feiten. Bijvoorbeeld: "Het publiek kon stemmen op dertien genomineerden", "De Veluwe (Gelderland) en Nationaal Park Hollandse Duinen (Zuid-Holland) werden tweede en derde en een vakjury voegde daar nog een vierde winnaar aan toe: NLDetla Biesbosch-Haringvliet (Noord-Brabant, Zuid-Holland)" en "Het is 753.000 keer bekeken en heel vaak geliket."
9)
'Ik vind het oostelijk deel bij Rottum het allermooist (M). Daar is het nóg stiller dan op andere plekken (F) en er liggen verschillende zandbanken (F).'
of: Maar de Wadden zijn meer dan het wad (M), volgens de boswachter. 'Je hebt immers ook de eilanden zelf (F) en de kwelders (F).'
Slide 12 - Slide
Opdracht 2
5) In alinea 3 staan vooral feiten. Bijvoorbeeld: "Het publiek kon stemmen op dertien genomineerden", "De Veluwe (Gelderland) en Nationaal Park Hollandse Duinen (Zuid-Holland) werden tweede en derde en een vakjury voegde daar nog een vierde winnaar aan toe: NLDetla Biesbosch-Haringvliet (Noord-Brabant, Zuid-Holland)" en "Het is 753.000 keer bekeken en heel vaak geliket."
10) Nee, als je de bezoekersstroom stuurt, zal het allemaal wel meevallen. Bovendien is het Waddengebied heel groot er zijn er stukken waar je niet mag komen.
11) /
12) De kadertekst geeft extra informatie over de Waddenzee (voor de lezer die de Waddenzee niet zo goed kent).
Slide 13 - Slide
Opdracht 2
5) In alinea 3 staan vooral feiten. Bijvoorbeeld: "Het publiek kon stemmen op dertien genomineerden", "De Veluwe (Gelderland) en Nationaal Park Hollandse Duinen (Zuid-Holland) werden tweede en derde en een vakjury voegde daar nog een vierde winnaar aan toe: NLDetla Biesbosch-Haringvliet (Noord-Brabant, Zuid-Holland)" en "Het is 753.000 keer bekeken en heel vaak geliket."
13)
Afbeelding 1: de tekst verfraaien (mooi plaatje) en de tekst verduidelijken (zo mooi is de Waddenzee nu).
Afbeelding 2: de tekst verduidelijken (zo groot is het Waddengebied) en de tekst aanvullen (hier ligt het Waddengebied).
Slide 14 - Slide
Reflectie
Je kunt onderscheid maken tussen standpunten en argumenten.
Je kunt tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.
Huiswerk: maak voor morgen opdracht 2 af in je schrift.