06 zintuigen

Boekje 3: Les 8
De zintuigen
1 / 47
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Boekje 3: Les 8
De zintuigen

Slide 1 - Slide

Heeft iemand nog vragen over de vorige les?

Slide 2 - Slide

Welke zintuigen
ken je?

Slide 3 - Mind map

Wat is de functie
van onze zintuigen?

Slide 4 - Mind map

Zintuigen van de mens




Zintuigen = "meetapparatuur" = om de omgeving waar te nemen en zo informatie te krijgen
Alle zintuigen bij elkaar = noemen we het zintuigstelsel

Slide 5 - Slide

van zintuig naar ruggenmerg

Slide 6 - Slide

Zintuig
  • Een zintuig is een orgaan dat reageert op prikkels uit je omgeving.
  • Zintuigenstelsel

Slide 7 - Slide

Prikkels en impulsen
Een prikkel is een berichtje (uit de omgeving) dat wordt opgevangen in een zintuig.

In je zintuig wordt zo'n prikkel omgezet in een elektrisch stroompje, dat noem je een impuls

Slide 8 - Slide

Begrippen
  • Zintuigstelsel, zintuigen en zintuigcellen
  • Impuls (elektrisch signaal)
  • Drempelwaarde: Niet elke prikkel neem je waar.
  • Adequate prikkel: de prikkel waarvoor zintuigcel gevoelig is
  • Gewenning door lange tijd zelfde prikkels
  • Motivatie kan drempelwaarde verlagen

Slide 9 - Slide

Zintuigen

Slide 10 - Slide

Waar zit het gehoorzintuig in?
A
Trommelvlies
B
Slakkenhuis
C
Gehoorbeentjes
D
Gehoorgang

Slide 11 - Quiz

Zintuigen in de huid
  1. Tastzintuigen
  2. Drukzintuigen
  3. Pijnzintuigen
  4. Warmte zintuigen
  5. Koude zintuigen

Slide 12 - Slide

Smaak (proeven)
Smaakzintuigen: worden geprikkeld door smaakstoffen
Tong: is ruw, bevat uitsteeksels en holtes, hierin liggen smaakzintuigen
5 soorten smaakzintuigen:
zoet, zout, zuur, bitter, umani (hartig)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Ruiken
  • lucht inademen.
  • geurstoffen komen bij je
reukzintuig.
  • geurstoffen zijn de prikkels
voor je reukzintuig.
  • reukzintuig stuurt via de
reukzenuw een impuls naar
je hersenen.
  • hersenen geven aan welke
geur het is.

Slide 16 - Slide

Het gehoorzintuig

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

basisstof 5 Noem de organen rondom een oog functies en kenmerken:
Organen rondom een oog:

wenkbrauwen: 
wimpers:
traanklier: 
ooglid: 
traanbuis: 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

De iris en de ooglens

Slide 21 - Slide

Werking ooglenzen

Slide 22 - Slide

de zintuigen zitten in je
A
organen
B
oren, ogen, tong, neus
C
oren, ogen, tong, neus, huid
D
in je hersenen

Slide 23 - Quiz

Wat is de drempelwaarde van een zintuig?
A
De sterkste prikkel die een impuls veroorzaakt
B
De zwakste prikkel die een impuls veroorzaakt
C
Dat is de adequate prikkel
D
Dat is verschillend

Slide 24 - Quiz

Wat is de functie van een zintuig?
A
Impulsen omzetten naar prikkels en naar de hersenen sturen
B
Prikkels maken en doorsturen naar de hersenen
C
Prikkels omzetten naar impulsen en naar de hersenen sturen
D
Impulsen maken en doorsturen naar de hersenen

Slide 25 - Quiz

wat is een adequate prikkel?
A
de juiste prikkelhoogte
B
de soort prikkel waarvoor een zintuig gevoelig is

Slide 26 - Quiz

welke factoren zijn van invloed op de drempelwaarde
A
gewenning en motivatie
B
scherpte en intensiviteit
C
toonhoogte en toonlaagte

Slide 27 - Quiz

welke zintuigen in de huid liggen hoger, de tastzintuigen of de drukzintuigen?
A
tastzintuigen
B
drukzintuigen

Slide 28 - Quiz

welk orgaan speelt naast de smaakpapillen op de tong een belangrijke rol bij smaakvorming?
A
de keelholte
B
de huig
C
de neus

Slide 29 - Quiz

rondom de oogbol bevinden zich drie lagen, hoe heet de buitenste laag?
A
vaatvlies
B
zachte oogvlies
C
harde oogvlies

Slide 30 - Quiz

waarvoor dient het vaatvlies?
A
voor het waarnemen
B
voor voeding en zuurstof
C
voor impuls geleiding

Slide 31 - Quiz

beeldvorming vindt plaats in de
A
gele vlek
B
blinde vlek
C
witte vlek
D
lens

Slide 32 - Quiz

door welke spieren wordt de pupil kleiner?
A
kringspieren
B
straalvormige spieren
C
lengte spieren
D
dwarsvormige spieren

Slide 33 - Quiz

door welke spieren wordt de pupil groter?
A
kringspieren
B
straalvormige spieren
C
lengte spieren
D
dwarsvormige spieren

Slide 34 - Quiz

je ooglenzen zijn
A
bolle lenzen
B
vierkante lenzen
C
prima's

Slide 35 - Quiz

bij verzien worden de lenzen
A
boller
B
platter

Slide 36 - Quiz

bij het verslappen van de lensbandjes wordt de lens
A
boller
B
platter

Slide 37 - Quiz

met een plattere lens zie je
A
ver
B
dichtbij

Slide 38 - Quiz

accomoderen
A
het ontspannen van de oogspieren
B
het naar boven en naar beneden draaien van het oog
C
het aanpassen van de sterkte van de lens

Slide 39 - Quiz

de kegeltjes in het netvlies zijn voor
A
beeldvorming
B
kleuren zien
C
scherpte van het beeld
D
zwart/wit zien

Slide 40 - Quiz

iemand die kleurenblind is heeft een afwijking aan
A
de staafjes
B
de lenzen
C
de kegeltjes
D
de pyramides

Slide 41 - Quiz

Welk onderdeel vangt de geluidstrillingen op?
A
Slakkenhuis
B
Trommelvlies
C
Oorschelp
D
Gehoorbeentjes

Slide 42 - Quiz

Wat doen de zintuigcellen in het slakkenhuis als er geluidstrillingen in komen?
A
Ze brengen de gehoorbeentjes in trilling.
B
Ze horen geluid.
C
Ze geven een impuls aan de hersenen.
D
Ze houden de druk in het middenoor en het uitwendige oor gelijk

Slide 43 - Quiz


In afbeelding 10 zijn geluidstrillingen weergegeven.
 Welke verandering ondergaat dit geluid?

A
Dit geluid verandert van een hard geluid in een zacht geluid.
B
Dit geluid verandert van een zacht geluid in een hard geluid.
C
Dit geluid verandert van een hoog geluid in een laag geluid.
D
Dit geluid verandert van een laag geluid in een hoog geluid.

Slide 44 - Quiz


A
B
Hier zie je 2 geluidsgolven, A en B...

Welke klinkt hoger?
A
A
B
B
C
Ze zijn even hoog/laag

Slide 45 - Quiz


A
B
Hier zie je 2 geluidsgolven, A en B...

Welke klinkt harder?
A
A
B
B
C
Ze zijn even hard/zacht

Slide 46 - Quiz

Wat is de juiste weg die de geluidstrillingen in je oor volgen ?
A
trommelvlies-gehoorbeentjes-slakkenhuis
B
trommelvlies-slakkenhuis-gehoorbeentjes
C
gehoorbeentjes-trommelvlies-slakkenhuis
D
slakkenhuis-trommelvlies-gehoorbeentjes

Slide 47 - Quiz