fictie - blok 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Fictie blok 3

Programma

- Welkom

- Doelen

- Instructie

- Aan het werk

- Evaluatie

Doelen

Aan het einde van de les

- kun je personages herkennen als hoofdpersoon, helper of tegenstander 

- kun je personages beschrijven

Hoofdpersoon

Hoofdpersoon = belangrijkste personage in een verhaal. Te herkennen door:

- uitgebreide beschrijving (gebeurtenissen, gevoelens, gedachten, uiterlijk)

- beleving vanuit hoofdpersoon

- heeft een probleem / opdracht. Doel = oplossen / opdracht volbrengen.

Bijfiguren

Bijfiguren: andere personages. Minder belangrijk + minder uitgebreid beschreven. 

Onder te verdelen in de rol van: 

- helper 

- tegenstander

Rol kan veranderen.

Personages beschrijven

Beschrijving personages door:

- uiterlijk

- kenmerken (leeftijd, gezondheid, achtergrond enz.)

- karaktereigenschappen

- relaties (veranderen vaak in een verhaal)

                                                  Zie blz. 134 voor karaktereigenschappen

Aan het werk - 3 mavo

Wat?                    Opdr. 1, 3 en 4 op blz. 131 t/m 135

Hoe?                    Zelfstandig, evt. met oortjes

Hulp?                  Vraag je duo of docent

Tijd?                     Ca. 30 minuten

Klaar?                  Leesboek

Uitkomst?         Nakijken tijdens de volgende les

Huiswerk?         Volgende les af

Aan het werk - 3 kader

Wat?                    Opdr. 1, 3 en 4 op blz. 131 t/m 135

Hoe?                    Zelfstandig, evt. met oortjes

Hulp?                  Vraag je duo of docent

Tijd?                     Ca. 30 minuten

Klaar?                  Leesboek

Uitkomst?         Nakijken tijdens de volgende les

Huiswerk?         Volgende les af

Evaluatie

Aan het einde van de les

- kun je personages herkennen als hoofdpersoon, helper of tegenstander 

- kun je personages beschrijven

In welke twee rollen kun je bijfiguren verdelen?

Naar welke vier elementen kijk je bij het beschrijven van personages?