Gy1La Les 3 c

1 / 48
next
Slide 1: Video
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

This item has no instructions

colo: Ik cultiveer
Minimus en Minima verzorgen hun arbor 
en cultiveren de humus 
met een sarculum 
en een rastellus
Het is een quercus (eik)
quinque menses oud en groter dan een muis!

Slide 2 - Slide

 
humus (grond) 
sarculum (schoffel) 
rastellus (hark)
quercus (eik)
quinque menses (vijf maanden) 
Quid hodie faciemus ?
  1. Social shuffle!
  2. hw nakijken
  3. tekst 3: interactieve vragen- vertaling

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Link

This item has no instructions

Huiswerk
1. Grammatica: par. 3.1 p. 74 (ook op blad) lezen-leren (herhaling). Presentatie: in Teams-bestanden-Lesmateriaal-Les 3.

2. mandata 23 en 24 p. 75 hb1 maken en uploaden in Teams-opdrachten-Les 3 grammatica.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

hw vergeten

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

3.14

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Grammatica: les 3.1

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

mandata 23- 24 
p. 75 hb1

Slide 12 - Slide

This item has no instructions


Noem 2 dingen!

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

mandata 17-20 p. 73 
hb1

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Tekst markeren
ww: rood 
inf.: rood en golvende lijn
nominativus:  blauw
accusativus: oranje
voorzetselgroepen: haakjes 










Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Vertaaltips
1. persoonsvorm
2. onderwerp 
3. lijdend voorwerp
4. voorzetselgroep
5. overgebleven woorden








Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Tekst les 2
opdrachten 16 t/m 20 p. 22-23 hb1

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Tekst 2 wordt voorgelezen!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Tekst 3 Regnum
We gaan de tekst behandelen door interactieve vragen. 
Je krijgt steeds eerst enkele vragen over de zinnen, daarna kijken we een stukje na.
Zorg ervoor dat je het blad met de tekst en de woordenlijst voor je hebt.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Tekst 3 Regnum
Neem je boek p. 21.
Per zin verschijnt een vraag in dit onderdeel van de LessonUp.
Volg dus ook in je boek mee.
Je mag bij het vertalen/ beantwoorden van de vragen gebruik maken van de woordenlijst op p. 21.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Romulus et amici de monte Palatino descendunt.
mons, montes
berg/heuvel
omdat we weten dat Rome op 7 heuvels gebouwd is, is heuvel de beste vertaling
A
Romulus zijn vriend daalt af vanaf de berg de Palatino
B
Romulus en zijn vrienden dalen af vanaf de heuvel de Palatijn
C
Romulus en zijn vriend dalen af vanaf de berg de Palatijn
D
Romulus en de vriend van Palatijn dalen af vanaf de berg

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

De monte Aventino descendit Remus cum amicis.
A
Remus en zijn vrienden dalen af vanaf de heuvel de Aventijn.
B
Vanaf de heuvel de Aventijn daalt Remus af met zijn vrienden.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Fratres conveniunt. Accedit populus. Omnes tacent.
Fratres conveniunt.
Omnes tacent.
Accedit populus.
De broers komen samen.
Allen zwijgen.
Het volk nadert.

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

r. 4 Romulum et Remum aspiciunt.
Ze kijken naar Romulus en Remus.
Welk woord uit het voorafgaande zin kan je invullen als onderwerp van aspiciunt?
A
Remus cum amicis
B
fratres
C
populus
D
omnes

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Fratres quoque tacent.
De broers zwijgen ook.
Welke naamval is fratres?
A
nominativus
B
ablativus
C
dativus
D
accusativus

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Tandem Romulus dicit: "..."
Uiteindelijk zegt Romulus: "..."
Welke naamval is tandem?
A
nominativus
B
accusativus
C
geen naamval, het is een bijwoord
D
geen naamval, het is een werkwoord

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

"Et mihi et Remo dei favent"
De goden geven steun aan mij en aan Remus.

Welke naamval is "mihi" en "Remo"?
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

OW
Regnum
het koningschap
inter nos
tussen ons
dividunt
verdelen
-nt 
zij
PV
LV
BWB
van manier
voorzetsel 
+ accusativus 
persoons-uitgang
accusativus
werkwoord

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

Verklaar het gebruik van de kleuren

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Vertaling alinea 1
Romulus en zijn vrienden dalen af vanaf de heuvel de Palatijn.
Vanaf de heuvel de Aventijn daalt Remus af met zijn vrienden.
De broers komen samen. Het volk nadert. Allen zwijgen.
Ze kijken naar Romulus en Remus. De broers zwijgen ook.
Uiteindelijk zegt Romulus:
"Zowel aan mij als aan Remus (en aan mij en aan Remus) geven de goden steun: ze verdelen het koningschap tussen ons."

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Alinea 2 r. 7-12
We beginnen met een opdracht over naamvallen.
Al deze woorden komen straks voor in de tweede alinea.


Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Naamvallen:
nom
dat
acc
abl
r. 8 monte
r. 10 casas
r. 10 urbe
r. 7 reges
r. 9 urbi
r. 7 urbem
r. 8 populus
r. 9 saxis

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions

r. 7 urbem
r. 8 primum
r. 9 recusat
r. 9 viri
r. 9 murum
r. 9 saxis
r. 11 dum
r. 10 faciunt
terwijl
met rotsblokken
weigert
de mannen
zij maken
muur
een stad
eerst

Slide 33 - Drag question

This item has no instructions

Denk aan wat deze kleurtjes betekenen en probeer vervolgens deze regels te vertalen.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Vertaling regel 7 t/m 12
De broers zijn koningen. Ze bevelen het volk een stad te bouwen, eerst op de heuvel de Palatijn. Het volk weigert de opdracht niet. De mannen bouwen met rotsblokken een muur voor de stad. Met boomstammen maken ze hutten. Romulus verdeelt de opdrachten over de mannen, terwijl Remus met de vrouwen en jongens naar de rivier gaat.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Ad flumen pueri arundinem colligunt.

Bij de rivier ....
A
verzamelen de jongens riet
B
wordt riet verzameld door de jongens
C
moeten de jongens riet verzamelen
D
verzamelen ze het riet van de jongen

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Feminae arundinem in urbem portant.
De vrouwen dragen het riet ....
A
in de stad
B
naar de stad
C
bij de stad
D
voor de stad

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

het voorzetsel in + acc, + abl?
sommige voorzetsels kunnen verschillende vaste naamvallen hebben en krijgen zo een andere betekenis.
1. in + abl = een vaste plaatsbepaling, zonder beweging
(in/bij/op) ik lig in het zwembad/ik sta op de berg
2. in + acc = een plaatsbepaling van richting/beweging
(in/naar/naar binnen) ik loop de stad in/ik spring in het zwembad

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Viri arundine tecta casis faciunt.
Met het riet maken de mannen daken ........
A
van de hut
B
voor de hutten

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Vertaling r. 12-14




Bij de rivier verzamelen de jongens riet.
De vrouwen brengen het riet naar de stad.
De mannen maken met het riet daken voor de huizen.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel sterren geef je jezelf voor de vertaling van tekst 3 alinea 1 en 2?
15

Slide 41 - Poll

This item has no instructions

Tekst les 3
p. 27 tb
vertaling afronden

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Les 3 Regnum
p. 26 tekstboek

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

cultuur opdrachten p. 24 hb1

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

woorden les 3

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Finis!

Slide 48 - Slide

This item has no instructions