dinsdag 15 juni

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Woordenschat

Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema Vakantie.

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Woordenschat

Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema :

vakantie

Maak aantekeningen:

Schrijf het woord op, 

de betekenis en 

de voorbeeldzin. 

bederven

(werkwoord (ww)

• eten/drank dat te oud is, waardoor je het niet meer kunt eten of drinken
• werkwoord:  het bederft, het is bedorven
• zin: Die kaas staat al te lang in de koelkast, het is bedorven, ik kan het niet meer eten.
• zin: Eten moet je niet laten bederven, let op houdbaarheid!

bevestigen

(werkwoord (ww)

• 1. zeggen dat iets waar is
• 2. ergens ja op zeggen/ een afspraak afspreken
  
• 3. iets vastmaken
• de bevestiging
• werkwoord: ik bevestig, ik bevestigde, ik heb bevestigd
• zin: Wil je de afspraak bevestigen? Dan weet ik zeker dat het door gaat.
• zin: Na lang wachten kwam eindelijk de bevestiging dat ik mijn diploma gehaald heb.

de hitte

(zelfstandig naamwoord (znw)

• de toestand dat het heel warm is
• de temperatuur is hoog
• bijv. nw : heet
• werkwoord: verhitten = naar hoge temperatuur brengen
• zin: Wat een hitte vandaag! Ik vind het veel te warm!
• zin: Er komt veel hitte van de pan, die is heet!

(in)smeren

(scheidbaar werkwoord (ww)

• de vloeistof/de crème/ de zalf op iets of iemand smeren
• werkwoord: ik smeer in, ik smeerde in, ik heb ingesmeerd
• zin: Als de zon fel schijnt moet je jezelf goed insmeren met zonnebrandcrème, anders verbrand je huid.
• zin: De verpleegkundige smeert de zalf op de wond.

de horizon

(zelfstandig naamwoord (znw)

• de lijn tussen de lucht en de aarde
• het lijkt alsof er een lijn is, het is niet echt zo
• zin: De zon verdwijnt achter de horizon. 
• zin: Aan de horizon zie je de schepen varen.

Eten dat je niet meer kunt eten is ........

1. bedorft
2. bederft
3. bedorven
4. bederven

In welke 2 zinnen staat er een voorbeeld van de betekenis van

bederven?

1. Het brood is vers gebakken, lekker!
2. De melk smaakt zuur, bah!
3. Dat fruit heeft schimmel, ik eet het niet op!
4. In de supermarkt kijk ik goed naar de houdbaarheid.

Als je iets bevestigt dan......
(er zijn meer antwoorden goed)

1. kun je zeggen dat iets waar is.
2. zeg je er ja op.
3. maak je iets vast aan iets.
4. spreek je een afspraak af.

Maak één zin met het woord
bevestigen

Welk woorden horen bij
de hitte?
Noem er drie.

Welke twee werkwoorden horen bij deze woorden:

de zalf, de crème, zonnebrand

1. innemen
2. insmeren
3. proberen
4. erop smeren

Vul het woord in
Als ik langer in de zon zit dan ........ ik mijn huid ......... met zonnefactor 20.

Plaats een foto van een mooie horizon.

Maak een zin met
de horizon