dag 1

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema Vakantie.

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema Vakantie.

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 1 - Slide

bederven
(werkwoord (ww)

  • eten/drank dat te oud is, waardoor je het niet meer kunt eten of drinken
  • werkwoord:  het bederft, het is bedorven
  • Zin: Die kaas staat al te lang in de koelkast, het is bedorven, ik kan het niet meer eten.
  • Zin: Eten moet je niet laten bederven, let op houdbaarheid!

Slide 2 - Slide

bevestigen
(werkwoord (ww)
  • 1. zeggen dat iets waar is
  • 2. ergens ja op zeggen/ een afspraak afspreken
  • 3. iets vastmaken
  • de bevestiging
  • werkwoord: ik bevestig, ik bevestigde, ik heb bevestigd
  • Zin: Wil je de afspraak bevestigen? Dan weet ik zeker dat het door gaat.
  • Zin: Na lang wachten kwam eindelijk de bevestiging dat ik mijn diploma gehaald heb.

Slide 3 - Slide

de hitte
(zelfstandig naamwoord (znw)
  • de toestand dat het heel warm is
  • de temperatuur is hoog
  • bijv. nw : heet
  • werkwoord: verhitten = naar hoge temperatuur brengen
  • Zin: Wat een hitte vandaag! Ik vind het veel te warm!
  • Zin: Er komt veel hitte van de pan, die is heet!

Slide 4 - Slide

(in)smeren
(scheidbaar werkwoord (ww)
  • de vloeistof/de crème/ de zalf op iets of iemand smeren
  • werkwoord: ik smeer in, ik smeerde in, ik heb ingesmeerd
  • Zin: Als de zon fel schijnt moet je jezelf goed insmeren met zonnebrandcrème, anders verbrand je huid.
  • Zin: De verpleegkundige smeert de zalf op de wond.

Slide 5 - Slide

de horizon
(zelfstandig naamwoord (znw)
  • de lijn tussen de lucht en de aarde
  • het lijkt alsof er een lijn is, het is niet echt zo
  • Zin: De zon verdwijnt achter de horizon
  • ZinAan de horizon zie je de schepen varen.

Slide 6 - Slide

Eten dat je niet meer kunt eten is ........
A
bedorft
B
bederft
C
bedorven
D
bederven

Slide 7 - Quiz

In welke zin wordt het woord "bevestigen "goed gebruikt?
A
Zeggen dat iets niet waar is.
B
Zeggen dat iets waar is.
C
Ergens ja op zeggen.
D
Ergens nee op zeggen.

Slide 8 - Quiz

Wat betekent "hitte"?
A
heel erg warm
B
heel erg koud
C
een beetje warm
D
een beetje koud

Slide 9 - Quiz

Maak één zin met het woord
(in)smeren.

Slide 10 - Open question

Zoek een foto van "de horizon".

Slide 11 - Open question

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 12 - Slide

Vul het woord in
Als ik langer in de zon zit dan ........ ik mijn huid ......... met zonnefactor 20.

Slide 13 - Open question

Als je eten te lang bewaart, dan kan het ........................

Slide 14 - Open question

Daar in de verte zie je ..... ................ .

Slide 15 - Open question

Het is heel erg warm, de hond heeft heel veel last van ...... ............

Slide 16 - Open question

De directeur heeft onze afspraak ..........................

Slide 17 - Open question

Zinnen maken

We draaien het rad. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.

De woorden: bederven, bevestigen, de hitte, (in)smeren en de horizon

Slide 18 - Slide