vmbo gl Leesvaardigheid Duits

Leesvaardigheid Duits
4V - 24.05.2023
1 / 34
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3,4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leesvaardigheid Duits
4V - 24.05.2023

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
1. Uitleg: opbouw van een tekst en leesstrategieën
2. An die Arbeit: Lesen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Na deze les kan je...
1. Vertellen hoe een tekst is opgebouwd
2. De leesstrategieën voorspellen, scannen, skimmen en intensief lezen toepassen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Opbouw van een tekst

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Der Aufbau eines Textes
Titel
Einleitung
Absatz
bron
Bild

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Kurzer Text
Langer Text
Scantext
Lückentext

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Leesstrategieën

Slide 7 - Slide

Verder met H3A
Verder met V3A


Soorten leesstrategiën
  • voorspellen
  • skimmen
  • scannen
  • intensief lezen 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Voorspellen
Kijk naar titel, plaatjes, onderschriften, tussenkopjes en of opvallende woorden. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Voorspellen

Titel
Plaatjes
Onderschriften
Tussenkopjes / Inleiding
Opvallende woorden

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Skimmen
De tekst snel en globaal doorlezen. 
Bij korte teksten: kijk naar de eerste en laatste zin van de alinea (ELZA-methode).
Bij lange teksten: lees de inleiding, eerste en laatste zinnen van de volgende alinea's. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Skimmen
De tekst snel en globaal doorlezen

Vul aan: Deze tekst gaat over een inbreekster die ...

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Vul aan: Deze tekst gaat over een inbreekster die ...

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Skimmen
De tekst snel en globaal doorlezen

Vul aan: Deze tekst gaat over een inbreekster die ...

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Scannen
Je scant de tekst om een bepaald stukje informatie te vinden. Je leest dus selectief. Als je opzoek bent naar maar één bepaald gegeven, maak je gebruik van scannen. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Scannen
Op zoek naar 1 bepaald gegeven

Waarom ontsloeg de bazin haar 21-jarige werknemer? Volgens haar

a. bracht hij zijn ziekteherstel in gevaar
b. had hij leugens over haar op Facebook gezet
c. had hij zich ten onrechte ziekgemeld
d. zat hij te vaak op Facebook onder werktijd

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat is de vertaling van 'ontslaan'?
A
entlassen
B
entschlagen
C
kündigen
D
wegstüren

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Scannen
Op zoek naar 1 bepaald gegeven

Waarom ontsloeg de bazin haar 21-jarige werknemer? Volgens haar

a. bracht hij zijn ziekteherstel in gevaar
b. had hij leugens over haar op Facebook gezet
c. had hij zich ten onrechte ziekgemeld
d. zat hij te vaak op Facebook onder werktijd

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Waarom ontsloeg de bazin haar 21-jarige werknemer? Volgens haar
A
bracht hij zijn ziekteherstel in gevaar
B
had hij leugens over haar op Facebook gezet
C
had hij zich ten onrechte ziekgemeld
D
zat hij te vaak op Facebook onder werktijd

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Scannen
Op zoek naar 1 bepaald gegeven

Waarom ontsloeg de bazin haar 21-jarige werknemer? Volgens haar

a. bracht hij zijn ziekteherstel in gevaar
b. had hij leugens over haar op Facebook gezet
c. had hij zich ten onrechte ziekgemeld
d. zat hij te vaak op Facebook onder werktijd

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Intensief lezen
Een (korte) tekst of een gedeelte intensief lezen om de vraag te kunnen beantwoorden. 
De tekst: uitpluizen, verbanden ontdekken en leggen. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Intensief lezen
Welke uitspraak over de luiaard komt overeen met de tekst? Hij...

a. lag te slapen in de middenberm van de weg
b. raakte gewond bij het oversteken van een drukke weg
c. was bang geworden door het verkeer om hem heen
d. zat klem tussen de palen van een vangrail

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Welke uitspraak over de luiaard komt overeen met de tekst? Hij...
A
lag te slapen in de middenberm van de weg
B
raakte gewond bij het oversteken van een drukke weg
C
was bang geworden door het verkeer om hem heen
D
zat klem tussen de palen van een vangrail

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Intensief lezen
Welke uitspraak over de luiaard komt overeen met de tekst? Hij...

a. lag te slapen in de middenberm van de weg
b. raakte gewond bij het oversteken van een drukke weg
c. was bang geworden door het verkeer om hem heen
d. zat klem tussen de palen van een vangrail

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Veel voorkomende woorden / zinnen bij leesteksten

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Vertaal:
Welche Aussage ist richtig?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Vertaal
Was wird im 1. Absatz über ... gesagt?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Vertaal:
Was geht aus dem 2. Absatz hervor?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Vertaal:
Was passt im Sinne des Textes in die Lücke im Absatz 3?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Vertaal:
Was macht der 4. Absatz deutlich?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Welche Aussage stimmt mit dem 5. Absatz überein?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

An die Arbeit!
Wat:              Vragen bij de teksten uit je oefenboekje maken
Hoe:              Zelfstandig of fluisterend met je buur
Tijd:               Tot 5 min. voor het einde van de les
Hulp:             Woordenboeken
Vragen:        Vraag je buur of steek je vinger op
Opbrengst: We kijken de opdrachten aan het einde van de les na
Klaar:             Leer Lernliste D (blz. 214)

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Reflectie
Beantwoord de volgende vragen op de voorkant van je boekje:

1. Hoeveel vragen heb je gemaakt?
2. Hoeveel vragen heb je goed beantwoord?
3. Hoe vond je het niveau van de teksten en opdrachten?
4. Wat maakte dat je dat vond?

Slide 34 - Slide

This item has no instructions